Het Rijks: “Welbevinden is net zo belangrijk als meer leren”
De Nijmeegse vmbo-school Het Rijks zette bij het begin van het NP Onderwijs vooral in op meer les, huiswerkbegeleiding en leerondersteuning. Gaandeweg zag de school dat meer les niet automatisch meer rendement betekent, en dat er vooral ook sociaal-emotioneel veel nodig was. Die extra inzet kwam er, en zo draaide de school volgens directeur Twan van den Hazelkamp ‘aan de juiste knoppen’. Bij het actualiseren van de schoolscan en het invullen van de monitor klonk daarom vooral tevredenheid, en de wens om de bestaande aanpak uit te bouwen. Waarbij welbevinden een nóg iets prominentere plek krijgt. “Want het werd ons heel duidelijk hoe zeer de leerlingen structuur, ontmoeting en kennismaking hebben gemist,” zegt Twan.
Meer les is niet vanzelf meer rendement
Het Rijks, met zo’n 400 leerlingen, is onderdeel van de stichting @voCampus, die tussen Beneden-Leeuwen en Nijmegen-Noord veertien scholen onder haar hoede heeft. Terugkijkend op de afgelopen periode overheerst bij Twan tevredenheid, ondanks de beperkingen en uitdagingen die corona hem oplegde. Zelfs tijdens de lockdowns konden de leerlingen die dat nodig hadden in elk geval een deel van de tijd op school terecht. Daarbuiten is iedereen zeker de helft van de tijd fysiek aanwezig geweest. “En waar ik echt heel trots op ben, is dat ál onze leerlingen die daar aan toe waren in die twee jaar hun stages hebben kunnen lopen. Dat lukte door extra inzet en door onze warme contacten met de stagebedrijven. Daar zijn we écht een uitzondering mee.”
Er werd bij Het Rijks dus eerst vooral ingezet op kennis: meer lessen, meer huiswerkbegeleiding, meer onderwijsassistenten. De benodigde mensen daarvoor konden gelukkig allemaal worden gevonden. Twan: “Bij onze leerlingen waren de leerachterstanden vóór corona al wat groter dan gemiddeld. Dat ligt aan het instroomniveau. Het was belangrijk om te voorkomen dat die kloof nog groter werd. Maar gaandeweg zagen we ook dat meer les niet automatisch ook meer rendement betekent. We hadden begin van dit schooljaar écht meer moeite om leerlingen bij de les te houden en hen goed met elkaar om te laten gaan. Heel duidelijk werd ook hoe belangrijk sociaal welbevinden is, en hoe zeer de leerlingen structuur, ontmoeting en kennismaking hebben gemist.”
Jongerenwerker is een rolmodel
Net als de meeste andere scholen moest Het Rijks schoolfeesten, (buitenlandse) reisjes, culturele bezigheden en sportevenementen schrappen, eigenlijk alles waarbij de leerlingen elkaar op een andere manier leren kennen. “En dat terwijl school ook een ontmoetingsplaats is, waar je wordt gevormd”, zegt Twan. “Als we na dit eerste jaar al iets herijken, dan zit het daarom vooral in nóg meer doen aan sociaal bezig zijn en elkaar ontmoeten. Eventuele verschuivingen zullen in die schil om het leren heen zitten. Daar hebben we de afgelopen tijd ook al flink extra op ingezet, bijvoorbeeld door de laatste schooldag voor de examenkandidaten binnen de mogelijkheden uitbundig te vieren. Dat was heel bevrijdend.”
De school wordt bij die inzet op welbevinden geholpen door de gemeente Nijmegen, die uit eigen coronagelden de diensten van Bindkracht 10 aanbiedt. Jongerenwerker Chinemezu Iheme is namens deze sociaal-werkorganisatie elke week twee dagdelen op Het Rijks bezig met sociale projecten. Onlangs hielp hij bijvoorbeeld met het organiseren van een zaalvoetbaltoernooi en een Valentijnsactie op school. Verder speelt hij met de leerlingen geregeld een potje panna of basketbal op de veldjes bij de school. Twan: “Chinemezu is een rolmodel voor onze leerlingen. Hij kan ze nét even iets anders benaderen en activeren. De samenwerking met Bindkracht 10 is al tot 2024 verlengd. Ik zie de meerwaarde er zeker van in."
Examenlichting heeft veel gemist
Met culturele instelling De Lindenberg werden workshops opgestart. Daarnaast zette Het Rijks in op een extra orthopedagoog, presentiecoaches en pedagogisch medewerkers, allemaal bedoeld om de betrokkenheid van de school bij de leerling en andersom te vergroten. Maar de balans met extra inzet op het leren blijft ook belangrijk, zegt Twan. De extra uren les in kleinere groepen voor de profielgebonden keuzevakken, de inzet op RT en taal- en leesontwikkeling, de kennisuitwisseling, bijscholing en versterking binnen het team, de focus op praktijkvaardigheden op school en de blijvend intensieve aandacht voor stages; het draagt allemaal bij aan het inlopen van achterstanden en het voorkomen van nieuwe.
Die achterstand blijkt bijvoorbeeld in lezen en taalbegrip, reden om daar in samenwerking met de Openbare Bibliotheek flink op in te zetten. Twan: “Het examen is namelijk voor een groot deel ook taalvaardigheid. Een leerling lijkt dan moeite te hebben met bijvoorbeeld biologie, maar dat zit vaak vooral in het tekstbegrip. Eigenlijk maak ik me het meest zorgen over de examenlichting van dit jaar. Die heeft écht veel gemist. Ik ben blij dat de slaag- zakregeling voor dit jaar is aangepast”, aldus Twan. “Ik ben van huis uit erg positief, dus ik ga er van uit dat we nu de goede kant opgaan, zodat we voldoende tijd hebben om de derdejaars van nu klaar te krijgen voor het examen.”
Regeren wordt weer vooruitzien
Het valt Twan tegelijkertijd op dat er voor dit schooljaar veel meer vmbo basis- en kaderadviezen zijn gegeven, terwijl er juist een flinke krimp was voorspeld voor scholen als Het Rijks. “Voor de open dag hier hebben we meer aanmeldingen. Er komen echt meer mensen naar het vmbo kijken dan voorheen. Er zijn door corona dus kinderen lager gaan scoren op de basisschool dan daarvoor. Of als je het anders bekijkt: misschien geven we nu de adviezen die we eigenlijk altijd al hadden moeten geven. Dat zal blijken als er volgend jaar hier niet alsnog een hele klas instroomt die het op havo en vwo niet redt, zoals tot nog toe steeds gebeurt. Maar dat is een andere discussie.”
Twan is blij met het nieuws dat de periode voor de inzet van geld uit het NP Onderwijs onlangs met twee schooljaren is verlengd. Scholen kunnen daardoor flink meer tijd besteden aan het wegwerken van leer- en ontwikkelachterstanden. Hij hoopt wel dat er na het NP Onderwijs ook structureel meer geld komt. “Anders gaan we weer aan kwaliteit inleveren, terwijl de achterstand dan echt nog niet helemaal is ingelopen.” Hij begrijpt dat het voor de politiek ‘een lastige opgave’ is. Er moest vorig jaar in een overspannen situatie snel een keuze voor het onderwijs worden gemaakt, en die heeft voorlopig goed uitgepakt. “Maar nu lijkt de rust terug te keren, en moet regeren weer vooruitzien worden. Dat betekent dat ik eigenlijk nú al wil en moet weten wat ik na 2025 aan geld kan verwachten. Ik zeg: maak die extra middelen structureel. Om de kwaliteit van het onderwijs op peil te brengen en houden, én om de bijbehorende formatie in huis te kunnen halen en houden.”