Studiegroep, contactpunt en samen leren: NP Onderwijs onder de loep
Het probleem analyseren, de tijd nemen en een strategie bedenken voordat je je slag slaat. “Een belangrijke werkwijze in bijvoorbeeld de golfsport, maar in het onderwijs zouden we die bal gelijk een zwiep geven,” vertelde Loes van Wessum op dinsdag 24 januari tijdens de eerste editie van OCW Dichtbij: NP Onderwijs onder de loep in Zwolle. “Terwijl een goede analyse vooraf ontzettend belangrijk is om het onderwijs duurzaam te veranderen.” Nu is het tijd om gezamenlijk terug te blikken op het NP Onderwijs. Want wat heeft het NP Onderwijs scholen in regio Noord tot nu toe opgeleverd? Wat kunnen scholen van elkaar leren? En: wat kan OCW leren?
Het emotionele welzijn van kinderen, hun sociale ontwikkeling en allerlei executieve functies: het is allemaal achteruit gegaan in de coronajaren. Daar waren docenten, onderwijsspecialisten, coördinatoren en bestuurders van vijf scholengemeenschappen het over eens. “Kinderen hebben zoveel gemist in afzondering van hun leeftijdsgenoten. Terwijl het grootste gedeelte van de normbepaling plaatsvindt in groepsverband, wanneer zij onder elkaar zijn.”
Scholen zetten in op de sociaal-emotionele ontwikkeling
De aandacht vasthouden, nadenken voordat je iets doet maar ook bewustwording over aspecten als wie je bent en wat je verantwoordelijkheden zijn: kinderen leren dit in relatie tot anderen. Dat hebben zij door corona de afgelopen jaren weinig kunnen doen. Om deze ontwikkelingen bij leerlingen te stimuleren, hebben de scholengemeenschappen de gelden van NP Onderwijs op verschillende manieren ingezet. Zo heeft een van de scholen (vo) een fysieke studiegroep opgezet. “Leerlingen die er moeite mee hebben, leren hier hoe je het beste kunt leren en plannen. Na schooltijd, met docenten, in alle rust.”
“Heel belangrijk voor de leerlingen dat er een rustpunt is”
De druk wegnemen
Een andere school (vo) investeerde in een plek waar – onder schooltijd – altijd een leerlingbegeleider aanwezig is. Bedoeld om taken van de teamleider op te vangen, ter bevordering van het welzijn van de leerlingen. Dat heeft geholpen. “Ze gaan naar de leerlingbegeleider toe wanneer ze eruit gestuurd zijn, even hun verhaal kwijt moeten of samen naar hun planning willen kijken. De begeleider is er altijd en heeft aandacht voor die leerlingen. Echt een rustpunt in alle drukte op dit moment. Heel belangrijk voor de leerlingen dat dit er is. De leerlingen vinden het hartstikke fijn en ze weten de begeleider ook te vinden. We doen er alles aan om dit te behouden wanneer NP Onderwijs stopt.”
“De standaard is nu: je gaat gewoon over”
Rust om de druk weg te nemen die leerlingen voelen. Ook een derde school (vo) heeft daar iets op bedacht. Zo blijven kinderen er niet meer standaard zitten wanneer zij er voor een vak slecht voor staan. “De standaard is nu: je gaat gewoon over. Blijven zitten, dat moet je echt verdienen. Rapportbesprekingen doen we niet meer want we beoordelen niet op cijfers.”
Dit betekent ook dat een laag proefwerkcijfer voor leerlingen geen definitief einde hoeft te zijn. “Integendeel: haalt iemand een onvoldoende? Dan moet de docent daar met de leerling aan werken totdat die het wél onder de knie heeft.”
Een vierde school (vo) investeerde in een online huiswerkklas. Via een videoverbinding spreken leerlingen een aantal keer per week met elkaar af. “Ze vertellen welke toetsen ze krijgen en waar ze aan gaan werken. Dat gaan ze dan doen.” Studenten van het hbo of de universiteit zijn ook aanwezig en begeleiden. “Ze kunnen leerlingen motiveren of overhoren als ze dit nodig hebben.” De leerlingen zijn er ‘ongelofelijk blij’ mee. En ook belangrijk: ze hebben er veel aan. “Ze weten wat ze online kunnen verwachten, wie er aanwezig zijn. Die structuur - en het feit dat er anderen zijn - helpt hen om aan het werk te gaan.”
Uitwisseling en rust voor reflectie
De middag nadert zijn einde. Verschillende perspectieven horen, uitwisselen wat de ander doet: het heeft de deelnemers vandaag goed gedaan. “Even uit je eigen school gaan, een reflectiemomentje met elkaar hebben. Dat is nuttig. Daarnaast geeft het spreken van andere scholen een stukje herkenning en bevestiging: wat de ander doet, doe jij ook al. Of niet, en dan kun je dat verbeteren.”
Zoals Loes al zei: een goede analyse vooraf is ontzettend belangrijk om het onderwijs duurzaam te veranderen. Hoe zit dat met de analyse van vandaag? Wat hebben de deelnemers vandaag opgestoken? “Ik denk dat we vandaag allemaal hebben gezien dat we het al best wel goed doen. Maar we zijn het er ook over eens: het onderwijssysteem moet veranderen.”
“Er moet – ook vanuit het ministerie – meer aandacht komen voor de achterstanden die bij veel kinderen in de sociaal-emotionele ontwikkeling is ontstaan. Cijfers en leerachterstanden, daar zijn nu bijna alle interventies op gericht. Terwijl we zien dat kinderen sociaal vastlopen, meer op het individu gericht zijn, minder respect hebben voor collega’s. Daar moeten we veel meer op inzetten.”