“Zonder taal staat alles stil.” Taalbewust beroepsonderwijs bij Onderwijsgroep Tilburg
Te veel studenten zijn op taalgebied onvoldoende onderlegd. De coronapandemie heeft dat probleem verergerd. “Studenten vallen erop uit dat ze te weinig basiskennis hebben om te snappen waar de docent het over heeft,” ziet Sandra Triou, die als taalcoördinator betrokken is bij het project Taal op Niveau van ROC Tilburg. Volgens Sandra en projectleider Petra van de Ven moet taal daarom onderdeel zijn van alle onderwijsactiviteiten.
“Corona heeft erin gehakt,” zegt Sandra Triou. Ze is docent Nederlands en Frans en taalcoördinator bij de opleiding Dienstverlening, niveau 2 van ROC Tilburg. “Ik merk dat studenten van het vmbo af komen met een diploma dat door corona gekleurd is. Ze hebben een andere werkhouding, en het sociale aspect moeten ze opnieuw leren. Je ziet ook veel psychische klachten bij jongeren. Dat komt mede door de beperktheid waarmee ze gedachten en ideeën hebben kunnen uitwisselen. Op dat gebied is de ontwikkeling bij leerlingen basaal gebleven, en dat uit zich onder meer in taal. Als je veel achter een scherm zit, is het moeilijk om te leren hoe je een goede discussie voert.”
De Taaltafel
Het project Taal op Niveau startte tijdens de pandemie, in 2021. Projectleider Petra van de Ven: “Het Nationaal Programma Onderwijs gaf ons de kans om hier groot op in te zetten.” Bij alle vmbo- en mbo-scholen van Onderwijsgroep Tilburg is een taalcoördinator aangesteld. “Zij komen bij elkaar in de Taaltafel, waar ze bespreken waar ze aan werken en om ervaringen uit te wisselen. Sandra: “Daar deel ik wat bij onze school goed werkt, en ik leer van hen wat ik bij ons zou kunnen inzetten. En we spreken elkaar moed in als je ergens op vastloopt.”
Daarnaast heeft Sandra de taak om het taalbeleid te integreren binnen haar locatie. “Ik inventariseer waar het team en de studenten behoefte aan hebben. Daar gaan we mee aan de slag, op basis van informatie en onderzoek over wat werkt en wat niet werkt. We hebben bijvoorbeeld leeslessen in het curriculum gebracht en een bibliotheek opgezet op onze locatie. Studenten hebben aangegeven welke onderwerpen ze interessant vinden en wat hun hobby’s zijn. Op basis daarvan hebben we boeken in huis gehaald.”
Taalbewust beroepsonderwijs
Een van de pijlers van het project is taalbewust beroepsonderwijs. Sandra: “Dat betekent dat je in alle vakken met taal bezig bent, dus ook in vakken als ICT of logistiek. Taal hoort niet alleen bij het vak Nederlands. Studenten moeten taalvaardigheid ontwikkelen die ze overal kunnen gebruiken. Met docenten techniek kijk ik bijvoorbeeld naar de verslaglegging die studenten straks moeten doen binnen hun beroep. Hoe kunnen ze dat zo duidelijk mogelijk doen?”
Het is ook belangrijk om de studenten zelf aan boord te krijgen, voegt Sandra toe: “Ik wil dat je als student snapt waarom jij taal nodig hebt voor jouw vakgebied, en hoe je het kan gebruiken als je gaat werken. We hebben bijvoorbeeld een winkel ingericht waar studenten kunnen oefenen met een verkoopgesprek voeren. In je werk kun je niet zonder taal. En wij horen terug uit het werkveld dat studenten daarin onvoldoende onderlegd zijn. Dit blijkt ook uit onderzoek. Leerlingen en studenten vallen erop uit dat ze te weinig basiskennis hebben om te snappen waar de vakdocent over heeft.”
“Juf, wat is een polder?”
Petra van de Ven was voorheen wiskundedocent in het vmbo. Daar merkte ze dat taalbegrip niet vanzelfsprekend is. Een leerling liep vast bij een opdracht over oppervlakteberekening: “Hij vroeg: ‘Juf, wat is een polder?’ Dat was voor mij zo’n inzicht. Op de lerarenopleiding krijg je vier jaar lang wiskunde, maar het gaat niet over wat een leerling nodig heeft om jouw les te kunnen begrijpen. Daarom zeggen wij met Taal op Niveau: taal is de basis. Wij moeten studenten goed afleveren, en onze docenten begeleiden om taalvaardigheid op niveau aan te bieden.”
Het onderwerp gaat Sandra aan het hart. “Mijn drijfveer is: zonder taal staat alles stil. Taal is de smeerolie van alle opleidingen. Als dat niet goed zit, dan kun je ook op andere gebieden niet goed presteren. Het biedt zoveel voordelen voor studenten als ze taliger worden. Daarom wil ik ook de niet-taaldocent meenemen in dat proces. Zij moeten zich realiseren hoe belangrijk hun voorbeeldrol is.”
Taal is van ons allemaal
Taalbewust beroepsonderwijs vraagt inzet van docenten. Ze moeten zich realiseren hoe de taal die zij gebruiken in elkaar zit, legt Sandra uit: “Ik ben soms heel praktisch bezig. Dan kijken we samen hoe een tekst is opgebouwd: dit zijn verbindingswoorden, dit is jouw vakjargon, en dit zijn schooltaalwoorden, abstracte begrippen die je in onderwijsleersituaties gebruikt.”
Voor sommige docenten is het de eerste keer dat ze op die manier met taal bezig zijn: “Ze snappen dan beter dat een leerling kan uitvallen op iets als woordbegrip. En daar kun je iets aan doen door het in je lessen mee te nemen. Hoe mooi is dat?” Docenten vinden het soms wel spannend, weet Sandra uit ervaring. “Een collega zegt altijd lachend: ‘Nederlands is niet mijn goedste vak.’ Maar het gaat niet om perfecte spelling, maar om elkaar begrijpen. Docenten moeten zich realiseren dat zij hierin misschien iets te leren hebben. En dat Nederlands ook een beetje van de docent wiskunde is. Taal is van ons allemaal. We hebben allemaal de taak om die student verder te helpen.”
Draagvlak en commitment
Sandra’s directeur staat vierkant achter Taal op Niveau: “Hij heeft Nederlands gestudeerd en ziet het belang. Als je je directeur mee hebt, dan kun je makkelijker met het team aan de slag. Maar ik zie bij andere taalcoördinatoren dat het niet altijd even makkelijk is om het onder de aandacht te krijgen.” “Wij kijken bij elke directie of er voldoende draagvlak en commitment is,” vult Petra aan. “Staat de directeur achter wat de taalcoördinator doet? Mag een school ontwikkelen en experimenteren, op basis van wat bewezen werkt? Soms lopen we hierin tegen de grenzen van het onderwijssysteem aan.”
Directeuren daarop bevragen helpt, merkt Petra. “Een directeur vond: wij doen toch genoeg op onze school? Toen we doorvroegen bleek het te gaan om lessen Nederlands en NT2-ondersteuning. Dat is niet voldoende om aan de bredere taalontwikkeling van studenten te werken. Kan de gemiddelde Tilburgse student op dit moment genoeg meekomen in de zaakvakken? Nee, gaf de directie toe, daar zien we problematiek en uitval. Daar doelen wij op: door taalbewust beroepsonderwijs kunnen we de student meer handvatten geven en taalontwikkeling breder trekken.”
Taal in het dna van de school
Uiteindelijk moet het nieuwe taalbeleid binnen de hele onderwijsgroep onderdeel van het dna worden. Petra: “Nieuwe docenten willen wij standaard een training taalbewust beroepsonderwijs geven, met de boodschap: wij verwachten dat je dit gaat hanteren. En als je ziet dat een collega het niet oppakt, dan moeten we elkaar daarbij helpen. Waar we naartoe moeten is dat we zeggen: dit willen wij samen voor onze studenten.”
Als het aan Petra en Sandra ligt gaat Taal op Niveau na afloop van het NP Onderwijs door. Petra: “We willen de taalcoördinatoren behouden, met een projectleider die Taal op Niveau onder de aandacht blijft brengen.” Sandra: “Ik vind dit dusdanig belangrijk dat ik de Onderwijsgroep Tilburg hiermee zal blijven bestoken. We moeten onderkennen dat we een deel van de basis missen in ons onderwijs, maar we kunnen er wat aan doen met elkaar. Dat gaat lukken als we het in de fundatie oppakken. Dit moet gefaciliteerd worden, voor de taalcoördinatoren én voor het team: de docenten moeten tijd krijgen om ermee aan de slag te gaan.”