# 16 Grip op groepsdynamiek
Welbevinden: Grip op groepsdynamiek. Een tutorial met Ivo Dokman. In deze tutorial zal Ivo aandacht besteden aan de volgende punten. Ten eerste, hoe ontstaat groepsdynamiek? Om vervolgens in te gaan op hoe ongeschreven regels in de groep ontstaan, oftewel sociale normen.
<Intro met de volgende tekst:
NP Onderwijs > Kenniscommunity
Welbevinden: Grip op groepsdynamiek
Een tutorial met Ivo Dokman
De achtergrondafbeelding hierbij is een groepje scholieren die elkaar lachend aankijken in een klaslokaal >
Welkom bij deze tutorial over groepsdynamisch werken.
Mijn naam is Ivo Dokman en ik ben opgeleid als leraar bewegingsonderwijs en werkzaam
geweest in het voortzet onderwijs van vmbo tot en met gymnasium.
Van 2004 tot 2010 heb ik gewerkt als leraaropleider aan de Calo Windesheim
en ben me vanaf 2010 steeds meer gaan richten en specialiseren op het groepsteam en de
organisatie dynamisch werken, met name in het onderwijs.
<Er verschijnt een schermvullende dia met een onderwaterfoto als achtergrondafbeelding. De tekst is: De roep van de groep – groeps-, team- en organisatiedynamisch werken
Ivo Dokman – Buro Wijzicht>
In 2021 heb ik de studie Organisatie, Cultuur en Management afgerond aan de Universiteit Utrecht om me steeds verder in dit boeiende thema te verdiepen.
Maar al tijdens mijn lerarenopleiding had ik fascinatie voor gedrag. Na mijn afstuderen in een complexe vmbo-context gaan werken waarbij ik vaak heb gedacht, los van elkaar zijn het
hele leuke leerlingen, maar als groep functioneerde het gewoon niet lekker. Het is te onrustig, ze doen niet mee in de les, ze luisteren niet goed, er wordt gepest of leerlingen
voelen zich onprettig of eenzaam in mijn klas.
Voor mijn gevoel was ik vaak bezig met symptoombestrijding en ik heb ook vaak gezegd,
hiermee leren omgaan en het groepsgedrag leren bijsturen of veranderen heb ik niet geleerd op de academie. Maar ik heb ook klassen gehad waarbij ik voorafgaand aan het jaar
de dossiers had bekeken en een complexe groep zou verwachten die vervolgens boven verwachting goed en prettig functioneerde. Met andere woorden, een groep is geen
optelsom van losse individuen. Een groep genereert zijn eigen
dynamiek die heel positief kan uitpakken, maar ook tot allerlei ongewenste effecten kan
leiden. De vraag is dan ook hoe werkt dat dan?
En als je weet hoe het werkt, wat kun je dan doen om de dynamiek positief te beïnvloeden en te werken aan een veilig klimaat in een groep of klas? Wat kan je dan vervolgens doen om de ongewenste effecten of symptomen die zicht- en voelbaar zijn bij te sturen of te veranderen? Dynamiek is overigens wat ons betreft beïnvloedbaar, maar niet maakbaar.
<Beeldvullend verschijnt een dia met als titel “Inhoud” en daaronder de volgende onderdelen:
- Hoe ontstaat groepsdynamiek?
- Sociale normen
- Invloed en macht
- Begrijpen van gedrag
- Interventies
Daaronder het logo van buro Wijzicht>
In deze tutorial zal ik aandacht besteden aan de volgende punten. Ten eerste, hoe ontstaat groepsdynamiek? Om vervolgens in te gaan op hoe ongeschreven regels in de groep ontstaan, oftewel sociale normen.
Sociale normen ontstaan altijd in groepen die langere tijd met elkaar optrekken. Niet elke leerling heeft evenveel invloed op het ontstaan van met name dominante normen in een groep. Populaire of hogestatusleerlingen met veel invloed of macht spelen hierin juist
een belangrijke rol. Maar er zijn veelal niet de meest opvallende of overlastgevende leerlingen. Invloed of macht in kaart brengen in een groep of klas is dus behoorlijk complex, maar wel cruciaal om zicht en vat te krijgen op de dynamiek.
Als we weten wie invloed of macht hebben, is het zaak dit zo goed mogelijk te begrijpen om vervolgens met gerichte interventies dat ongewenste gedrag bij te sturen of juist gewenst gedrag aan te leren.
Een eerste stap is om te bekijken op welke manier sociale conformiteit praktisch zichtbaar wordt in jouw klas. Met andere woorden, wat moet je als leerling doen of juist niet doen om 'erbij te horen’ in de klas, maar ook wanneer val je 'buiten' de groep. Welke modetrends zijn in, qua kledingmerken, gadgets, spullen, maar ook 'wat is uit'. Welke influencers zijn populair en welke TikTok-challenges zijn bijvoorbeeld actueel? Want tieners zijn extra gevoelig voor
erbij horen.
<Er wordt een foto getoond van een rij scooters die geparkeerd staan in een lange rij. Ze lijken allemaal op elkaar, alleen de kleur varieert enigszins.>
Deze afbeelding laat zien dat je op deze school blijkbaar een Vespa-scooter hoort te hebben. Maar wat als je het niet mooi vindt? Of je kunt het niet betalen? Wat dan? Sociale conformiteit kan zich ook uiten in gedrag. Welk gedrag moet je dan wel of niet vertonen en specifiek om bij de populaire of hogestatusleerlingen te horen. Dit gedrag van deze leerlingen heeft vaak impact op een hele klas en op die manier ontstaan er als het ware
ongeschreven regels. Wij noemen dat de sociale normen. En sociale normen schrijven als
het ware voor hoe je je wel of niet 'hoort' te gedragen in de context van die klas. We zoomen in deze tutorial in op sociale normen die regelmatig tot ongewenste effecten leiden. En dus een grote rol spelen bij de eerder genoemde symptomen van ongewenste dynamiek.
Het is overigens goed om te weten dat dynamiek ook een rol speelt in jouw best draaiende klassen. En als je weet hoe het werkt, kun je het ook gericht en preventief proberen te beïnvloeden vanaf de eerste minuut dat je met een klas aan het werk gaat.
<Er verschijnt een tabel met 4 gekleurde rijen. De bovenste rij heeft de titel ”Dominante norm in patroon en gedrag”.
De rij eronder is ook leesbaar maar de 2 rijen daaronder, amper.
De leesbare rij bevat 4 normen/patronen:
A – ‘Ik bepaal voor ons’ (patroon: invloed/macht)
B - ‘Ik maak het zelf uit’ (patroon: eigen gang gaan)
C – ‘Zie mij’ (patroon: aandacht om de aandacht)
D – ‘Scoren ten koste van de ander’ (patroon: jezelf profileren)>
Na corona zien we echter steeds vaker vier normen dominant terugkomen bij klassen die niet lekker lopen.
Op deze sheet zie je de vier meest voorkomende sociale normen als een klas niet of niet goed loopt. De sociale normen zijn te herkennen aan het patroon dat het tussen haakjes
achter staat.
Ten eerste de norm 'ik bepaal voor ons'.
Bij 'ik bepaal voor ons' kan het effect op de sfeer in de les tussen leraren heel verschillend zijn. Dit hangt af van de mate waarin de invloedrijke of machtige leerlingen geïnteresseerd zijn in het vak dat de leraar geeft. Wie de leraar als persoon is en of ze zin hebben in de les en of er bijvoorbeeld goed in zijn. Dat kan dus heel positief maar ook heel negatief uitpakken.
De tweede norm is 'ik maak het zelf wel uit'. Ogenschijnlijk luisteren de leerlingen naar de uitleg en instructie maar als je goed kijkt gaan ze voornamelijk hun eigen gang.
De derde norm die regelmatig voorkomt is de norm 'zie mij'. Het draait hierbij om aandacht
om de aandacht. Kenmerkend daarbij is een korte concentratieboog, voortdurend door elkaar heen praten, op elkaar reageren, ongeduld en vragen om aandacht van de leraar.
Als vierde norm 'scoren ten koste van de ander'. Dit zien en horen we op de volgende manier terug. Grapjes maken en daarbij te lang doorgaan zonder na te denken wat het voor een ander of een groep als geheel betekent, snel grove taal uitslaan om in het vizier van klasgenoten te komen of om de leraar voor schut te zetten.
<Dezelfde tabel met 4 gekleurde rijen wordt weer getoond.
De 2 rijen die net amper leesbaar waren, zijn nu ook goed te zien, gekenmerkt door ieder een eigen kleur:
A. ‘Ik bepaal voor ons’ (patroon: invloed/macht)
B. ‘Ik maak het zelf uit’ (patroon: eigen gang gaan)
C. ‘Zie mij’ (patroon: aandacht om de aandacht)
D. ‘Scoren ten koste van de ander’ (patroon: jezelf profileren)
E. ‘Winnen ten koste van alles’ (patroon: competitie)
F. ‘Status belangrijker dan resultaat’ (patroon: status)
G. ‘YOLO’ – je leeft maar één keer (patroon: alleen leuke dingen doen)
H. ‘Vermaak mij’ (patroon: consumentenstand)
I. ‘Wij helpen elkaar’ (patroon: hulpvaardigheid/wederkerigheid)
J. ‘Wij doen ons best’ (patroon: goede inzet)
K. ‘Wij luisteren naar de leraar’ (patroon: gehoorzaamheid)
L. ‘Wij houden het gezellig’ (patroon: prettige sfeer) >
Het is overigens altijd maatwerk en zeker niet zo dat in elke klas een van deze vier normen dominant aanwezig zijn. De normen E tot en met I zijn daar voorbeelden van. Een dominante norm geeft inzicht in het gedrag dat je moet laten zien om bij de populaire of hogestatusleerlingen te horen. Het helpt je als professional in de school om te begrijpen waarom leerlingen bepaald gedrag laten zien in de klas bij die leraar, bij dat vak, in dat lesuur. Maar ook om te begrijpen waarom sommige leerlingen gepest worden of buiten de groep vallen omdat ze niet willen of kunnen voldoen aan die dominante sociale norm.
Een dominante sociale norm ontstaat in een klas door het gedrag of imago van de meest invloedrijken of machtige leerlingen of subgroepen van populaire leerlingen.
<Er verschijnt een foto van een groep bavianen op een rots. Deze wordt als achtergrond gebruikt bij de volgende tekst:
3D-Sociogram (Dokman et al., 2018)
3 dimensies: Metafoor van een apenrots
1. Vriendschap: Wie gaat wel/niet met elkaar om?
2. Samenwerking: Wie werkt wel/niet met elkaar samen?
3. Macht: Wie schrijft wel/niet aan de ander voor?
In een blauwe balk: “Wie heeft de meeste macht en draagt de dominante norm?”>
Wij willen dat in kaart brengen aan de hand van een driedimensionaal sociogram. We gebruiken daarvoor de metafoor van de apenrots en willen elke leerling positioneren op de apenrots en dus in kaart brengen hoeveel invloed of macht een leerling heeft. Maar ook bij welke subgroep een leerling wel of niet hoort of dat een leerling juist last ervaart en niet kan of wil voldoen aan die dominante norm. De term 3D komt overigens voort uit het feit dat een gewoon sociogram twee dimensies in beeld brengt, namelijk vriendschap en samenwerking. Maar je kunt je misschien voorstellen dat je ook de meeste macht in de klas kan hebben waarbij ontzag of angst een rol speelt. En daar willen medeleerlingen soms helemaal geen vrienden met je zijn of met je samenwerken, maar luisteren ze in de context van de klas wel naar die meest populaire of machtige leerling of de subgroep waar hij of zij bij hoort.
De vraag is dan wie heeft of hebben de meeste invloed of macht en is bijvoorbeeld de normdrager van die dominante norm. Het gebeurt regelmatig in de praktijk van ons werk dat de leerling die het meest opvalt niet de meeste invloed of macht heeft. Dat is voor leraren
complex om te onderscheiden van elkaar. We zien dan dat de meest opvallende of lastige leerling genoemd wordt als meest invloedrijk of machtig terwijl dat vaak niet zo is.
<Er verschijnt een soort grafiek met een hoge en een lage vivibility. Er zijn 3 onderdelen
die zichtbaar zijn en invloed hebben: de strijder, de strateeg en de vermijder.
Deze grafiek heet “Dominance & social power” en is van Cillessen & Marks, 2011)>
Op deze sheet is onderscheid gemaakt tussen zichtbaar en invloedrijk gedrag. We noemen de meest invloedrijke of machtige leerling overste normdrager. Hij of zij draagt dan de dominante norm uit, maar kan als normdrager wel zelf onder de radar blijven. Bij ongewenste dynamiek zien we grofweg drie manieren waarop een normdrager zich
gedraagt en verhoudt ten opzichte van de leraar voor de klas. We onderscheiden de strijder, de strateeg en de vermijder. Alleen bij de strijder is opvallend gedrag ook invloedrijk. Dat
is grofweg maar in 25% van de gevallen zo. In 75% van de gevallen is er sprake van een
strategische of vermijdende normdrager die dus zelf niet het meest opvallende gedrag vertoont. Het opvallende gedrag wordt dan vertoond door de leerlingen die graag bij deze
normdrager willen horen. Overigens is het wel goed om te weten dat er zelden sprake
is van een slechte intentie bij een normdrager.
<Er verschijn en 2 regels tekst, een omgeven door een groene balk en een omgeven door een blauwe balk. Daartussenin staat het “is niet gelijk aan elkaar-teken”. In de groene balk staat “Begrijpen van gedrag” en in de blauwe balk staat “Begrip hebben voor gedrag”>
Wanneer de dominante sociale norm duidelijk is en we weten wie welke invloed of macht heeft, willen we zo goed mogelijk begrijpen wat de betekenis en functie van het gedrag van de normdrager of het invloedrijke subgroepje is. Wat levert hun gedrag op of wat willen ze juist vermijden? Dat betekent overigens niet dat je er begrip voor hoeft te hebben. Maar zo goed mogelijk begrijpen waarom het gedrag vertoond wordt is van belang om met je interventies het ongewenste gedrag bij te sturen of het gewenste gedrag aan te leren. Het gedrag vanuit het perspectief en de ervaring van een normdrager zijn vaak logisch verklaarbaar.
<Er verschijnt een dia met 3 afbeeldingen, erboven tekst en eronder tekst.
Tekst bovenaan: “Thuis, omgeving en/of persoonlijk”. De afbeeldingen zijn een huis, een wijk/buurt en een persoon. De tekst eronder:”Betekenis, functie, redenen & oorzaken”>
Maar omdat te begrijpen kijken we naar de thuissituatie. Hoe is het gezin samengesteld? Uit welke omgeving komt een normdrager? Wie zijn de vrienden of kennissen van die normdrager? Wat is de impact van sociale media? Welke persoonlijke kenmerken of ervaringen spelen een rol? Dit is behoorlijk complex en bovendien zijn normdragers zich
regelmatig niet bewust van hun invloedmacht of het ongewenste effect van hun gedrag.
<Een nieuwe dia verschijnt. De titel is “Interventies m.b.v. didactisch klaverblad (Oldeboom, 2019”
Daaronder staat: Maak je lessen F.R.I.S.
- Fysieke factoren
- Relatie
- Inhoud
- Structuur
Hiernaast zie je een klaverblad met daarin die 4 kenmerken met wat kleine afbeeldingen ter illustratie.>
Als je het gedrag in de context van de klas zo goed mogelijk begrijpt is het zaak om het bij te sturen of te veranderen. Welke interventies kun jij dan inzetten om de groepsdynamiek bij te sturen of te verbeteren? Het didactisch klaverblad kan helpend zijn en bestaat uit vier aspecten waarop je invloed kunt uitoefenen in jouw les. Ten eerste de fysieke omstandigheden.
Ten tweede de relatie en de relatie bestaat uit hoe gaan leerlingen als goede klasgenoten
met elkaar om, maar ook hoe gaan ze met jou als leraar om. Ten slotte de klaverbladen
inhoud en structuur, waarbij regels bij structuur als doel hebben om bij te dragen aan de duidelijkheid, veiligheid en rust. Daarnaast kan gericht gebruik gemaakt worden van bestaande, effectieve aanpakken, methode of interventies.
<Een dia verschijnt met de tekst: “Meer weten? Kijk op www.burowijzicht.nl “>
Ivo Dokman