P. Oosterleeschool en het NP Onderwijs

(MUZIEK)  Onder het wapen van de Rijksoverheid, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verschijnt de titel: Het laatste jaar van het Nationaal Programma Onderwijs, resultaten en geleerde lessen. Welkom bij deze serie over de inzet van de NPO-gelden. Vandaag bezoeken we de P. Oosterleeschool en praten we met…

In beeld verschijnt een vrouw van in de vijftig. Ze staat in een lange, verlaten gang langs de leslokalen van een basisschool. Daar staan kluisjes met gele deurtjes. Ze heeft lange, blonde haren en draagt zwarte kleding met een blauwe blazer. Eén van haar handen houdt zij in haar broekzak.

DIRECTEUR MARISKA WUBBEN: “Mijn naam is Mariska Wubben. Ik ben directeur van deze school, de Oosterleeschool in Den Haag in Moerwijk. Inmiddels mijn zevende jaar hier.”

Met haar handen in haar zij staat zij op de gang te praten met de interviewster.
 MARISKA: “Een leuke, uitdagende school met bijna 400 kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 12.”

Dan zit Mariska geconcentreerd te werken achter een computer.

MARISKA: “Deze kinderen hebben een harde klap gekregen van de twee periodes dat ze thuis moesten zitten. Vooral een harde klap omdat het thuisonderwijs best wel ging. Alleen, als je je laptop thuis moet delen met vier broertjes en zusjes en de wifi hapert en dan slecht geholpen wordt door ouders omdat die de Nederlandse taal niet machtig zijn en de lesboeken niet kunnen lezen, hebben we gemerkt dat de kinderen vooral bij begrijpend lezen de grootste klap hebben gekregen.”

Beeldtekst: Hoe hebben jullie de NPO-gelden besteed?

MARISKA: “Toen wij beschikking kregen over het geld kwamen we net uit de hele periode van dat kinderen thuis hadden gezeten, deels. Wat wij merkten waar de kinderen en wij heel erg behoefte aan hadden, was om meer tijd per kind vrij te kunnen maken. Normaal gesproken heb je als leerkracht hier in je eentje rond de 22 kinderen. Toen hebben we ervoor gekozen om enerzijds voor extra personeel te gaan om kinderen beter te kunnen ondersteunen met de basisvakken zoals rekenen, taal en lezen. Maar anderzijds om ook veel tijd voor de kinderen vrij te maken op sociaal-emotioneel gebied.”

Mariska staat bij het raam en kijkt naar buiten. Terug in de gang, verderop bij een lokaal achter Mariska lopen leerlingen de klas uit en pakken spullen uit de kluisjes.

MARISKA: “We hebben er ook een initiatief mee ontwikkeld. Dat zijn onze ondersteuningsgroepen op school, waarbij kinderen les krijgen op sbo-niveau maar wel op een reguliere school blijven. Ik denk dat we daar de kinderen het meest gelukkig mee maken maar ook mijn leerkrachten van reguliere groepen. Kinderen waarbij het echt niet meer gaat, plaatsen we in de ondersteuningsgroep. Daardoor krijgen ook de reguliere groepen lucht. De kinderen in de ondersteuningsgroep hoeven niet naar een aparte sbo-school. Ze kunnen hier blijven, waardoor er voor iedereen in de wijk onderwijs blijft. Vooral dat, waardoor je inclusief onderwijs kan blijven geven op een reguliere school is het allermooiste resultaat van deze hele periode geweest.”

Beeldtekst: Hoe zetten jullie deze inzet door?

MARISKA: “Als ik nu kijk van: Waar moet dat heen in de toekomst? En waar zit ook nog onze grootste uitdaging? Dan denk ik dat het stukje van rekenen wel blijft lukken. Als ik kijk naar het sociale welzijn-stuk dan hebben we dat ook wel weer goed op de rit. Dus we weten waar we aan moeten werken. Alleen de bekostiging kan niet zomaar op nul worden gezet. Dat maakt het ingewikkeld.”

Mariska knikt met haar hoofd.

Beeldtekst: Bekijk meer voorbeelden op: nponderwijs.nl.
Het wapen van de Rijksoverheid, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

(MUZIEK)
 

  • Footerlogo Nationaal Programma Onderwijs