#2 Werken aan Weerbaarheid – Pedro De Bruyckere
In deze tutorial neemt onderwijsonderzoeker en -pedagoog Pedro De Bruyckere je mee in het onderwerp ‘weerbaarheid’ en hoe dit zich verhoudt tot het welbevinden in je klas of bij een individuele leerling.
Wat is weerbaarheid wel en wat is het niet? Hoe kun je in het onderwijs ervoor zorgen dat je op een positieve manier een bijdrage levert aan de weerbaarheid van je leerlingen?
Hallo, mijn naam is Pedro de Bruyckere.
Ik ben pedagoog en onderzoeker aan de Arteveldehogeschool en aan de Universiteit van Utrecht. We hebben constant te maken met crisissen. Het goede nieuws van een crisis is, die gaat meestal voorbij, het slechte nieuws is dat er meestal nieuwe komen. Je hebt het misschien ook gemerkt, na corona kwam Oekraïne en wat erna komt, het blijft een uitdaging. Daarom is het dus heel belangrijk dat we werken aan wat we noemen weerbaarheid. Soms hoor je mensen ook veerkracht gebruiken, maar het werken aan weerbaarheid ga ik vandaag over spreken.
Maar het is wel belangrijk dat je eerst goed weet wat weerbaarheid is en wat het niet is. Want voor alle duidelijkheid, er zijn soms wel wat misverstanden over.
Wat is weerbaarheid niet? Weerbaarheid is niet gelijk aan "nooit triest zijn". Het is niet de bedoeling dat we onze leerlingen, onze kinderen, onze jongeren, onszelf leren om geen gevoelens te hebben.
Het betekent dus niet dat we nooit gaan geraakt worden. Als er iets erg gebeurt, is het heel belangrijk om je gevoelens te kunnen uiten om te kunnen zeggen van, "oh dit doet pijn", dit moeten we intact houden. Meer nog, het kunnen uiten van hoe je geraakt bent of hoe je geraakt wordt, wat je voelt is een stuk, een element van die weerbaarheid.
Wat is weerbaarheid dan wel? Weerbaarheid, in feite, als we kijken naar de literatuur, zien we daarin vier elementen terugkomen die je misschien zal herkennen, ook bij je leerlingen, ook bij je studenten, misschien bij jezelf.
Het eerste element is self-awareness of zelfbewustzijn. Wat betekent dit? Dit betekent dat je in feite leert naar je zelf kijken, kijken naar jouw eigen emotie, naar jouw eigen gevoelens. Bijvoorbeeld, je hoort een leerling zeggen van, “gisteren wat u gezegd heeft mevrouw, wat u gezegd heeft meneer, dat heeft me echt wel geraakt, positief geraakt” eventueel, maar
kan ook zijn van "dat deed ongelooflijk veel pijn". Of “die opmerking van mijn klasgenoot hier, dat ging heel diep bij mij”. Dat is goed nieuws, want op dat moment wil dit zeggen dat die leerling die student effectief door heeft van ik heb gevoelens en ik merk dat dat iets met mij doet. Belangrijk hierbij is, als je goed luistert naar 't voorbeeld, is dat je ook leert een stukje afstand nemen. Je leert een stuk naar jezelf kijken. En dus als je zo iets hoort,
het is misschien jammer dat op dat moment die leerling geraakt was, die student pijn voelde of het was positief dat hij iets positief voelde, maar belangrijk is, je merkt dus dat een stuk van die weerbaarheid, dat eerste element van weerbaarheid, self-awareness of zelfbewustzijn, dat dit aanwezig is.
Een tweede is wat we noemen zelfcontrole of selfmanagement. We gaan een stapje verder. We zien alleen dat we bepaalde gevoelens hebben, maar we weten ook, op die plaats is het toegelaten, om die emotie te tonen, maar misschien op die andere plek wat minder. Laat me dat even ook concreet maken.
Denk bijvoorbeeld aan een leerling die zegt van, ja, "gisteren heb ik mij heel erg kwaad gemaakt, maar misschien heb ik wel wat overdreven". Dat laatste zinnetje, dat wijst op een groeiende zelfcontrole. Maar zelfcontrole of selfmanagement gaat ook nog een stapje vooruit. Bijvoorbeeld, het gaat ook over leren plannen, leren doelenzetten voor jezelf. En doelen zetten, zeker wat we noemen realistische doelen voor jezelf, bedenken of opschrijven of vastleggen, dat is in feite ook een teken van weerbaarheid. Want als je doelen
stelt, ja, dan kijk je vooruit. Dan ga je niet denken van “dit gebeurt nu en ik zit vast”. Doelen doet vooruit kijken, maakt je ook meer weerbaar. Maar het is dan wel belangrijk als we gaan kijken welke soort doelen dat het realistische doelen zijn. Want andersbouw je automatisch al de teleurstelling in.
Voor kinderen, jongeren is binnen drie maanden of binnen een jaar dat is een eeuwigheid. Nee, het gaat over hoe kunnen we iets bereiken vandaag, hoe kunnen we morgen iets bereiken. Dat misschien een beetje een uitdaging is, want anders is het geen doel, je hebt het al bereikt. Nee, een beetje uitdaging, maar ik kan het bereiken en door dat te bereiken bouw je ook automatisch een soort van succeservaring in.
Nu, als we kijken naar die eerste twee elementen die weerbaarheid vormen, namelijk die selfawareness, het zelfbewustzijn en selfmanagement of zelfcontrole, dan kijkt vooral naar jezelf. Bij de laatste wel alle stukje kijken naar de omgeving, maar als we kijken naar het derde element, dan komt die ander heel erg in the picture. Social awareness of sociaal bewust zijn. Op dat moment ga je niet enkel beseffen dat je zelf gevoelens hebt, maar ga je
ook beseffen van, “hey, deze mensen rondom mij, die hebben ook gevoelens, die kunnen ook geraakt zijn”.
Als een leerling opeens beseft van, “wacht even, Sonja die heeft hier ook wel echt last van gehad, of ik merk dat die nu vandaag veel stiller is”, dan ga je beseffen dat de anderen ook gevoelens hebben. Het gaat dus ook over een stuk empathie. U kunnen inleven in de ander. Dat is een andere vorm van afstand nemen, even kijken naar de situatie en op die manier met de ander kunnen omgaan.
Waarom is dit zo belangrijk bij weerbaarheid? Omdat als je in een heel moeilijke situatie zit,
in een crisissituatie, misschien geen pandemie, misschien geen oorlog, maar een crisissituatie in de klas waarbij verschillende mensen elkaar nogal het leven zuur maken, dan is het een heel grote bron van hulp te beseffen dat er verschillende perspectieven zijn, dat misschien iets dat jij gedaan hebt, de ander kan raken en dat de ander misschien het goed bedoelt, maar dat dat wel een negatief effect heeft op jou of op jouw beste vriend bijvoorbeeld. Dus dat social awareness, of sociaal bewust zijn, is een duidelijke, overtreffende trap van de eerste twee, want de ander komt erbij, maar helpt je om in crisissituaties ook weer meer weerbaar te worden.
Er is een vierde, en die vierde gaat nog een stapje verder, dan hebben we het namelijk over social management, dan besef je niet alleen dat de andere gevoelens heeft, dan besef je niet alleen dat er verschillende perspectieven zijn, maar dan wil je ook daar actief iets aan bijdragen. Dan ga je misschien gaan bemiddelen, misschien ben je zelf als jongere of als kind niet betrokken partij, maar jij ziet wel, "ik kan hier de anderen helpen, ik kan hiervoor zorgen dat ze elkaar misschien beter overeenkomen", misschien ga je zelfs de leiding nemen om uit een crisis te komen.
Op die manier merk je dus dat deze vier elementen, ik ga even terug; we hebben dus zelfbewustzijn, zelfcontrole kijk naar jezelf, dan naar de ander sociaal bewustzijn en social management, als je die vier elementen samen hebt, dan zie je dat je meer weerbaar kan
worden. Nu, ik heb goed nieuws en ik heb slecht nieuws.
Laat ik eerst beginnen met het slechte nieuws. Het slecht nieuws is dat als we gaan kijken naar weerbaarheid, dat dit deels erfelijk is, maar nu het goede nieuws ook deels aanleerbaar. Deels erfelijk, sommige kinderen, sommige jongeren, maar ook sommige van uw collega's wellicht, misschien jij, zijn daar beter in, anderen zijn daar minder getalenteerd in, maar dat wil niet zeggen dat ze het niet kunnen leren. En dat is natuurlijk de vraag hoe
kunnen ze het leren. Wel, in de komende video’s die we gaan maken over weerbaarheid, dan gaan we net daar op ingaan, naar elementen die het verschil kunnen maken in jouw klas, om op die manier jouw leerlingen, jouw studenten, meer weerbaar te maken.
Nu, één belangrijke tip hierbij is blijven kijken en ook blijven geduld geven, want een leerproces dat duurt nu eenmaal tijd.
Dames en heren, ik wens u daar heel veel succes bij.
Pedro De Bruyckere