Specifieke doelgroepen en doelen van het NP Onderwijs
Ja. In het PO worden per 1 mei 2021 de voorwaarden voor bijzondere bekostiging voor asielzoekers en overige vreemdelingen uitgebreid. De bijzondere bekostiging wordt uitgebreid naar maximaal 4 jaar en de bedragen per leerling voor asielzoekers en overige vreemdelingen worden gelijkgetrokken. Op deze manier kunnen scholen extra ondersteuning bieden aan asielzoekers en overige vreemdelingen die door corona vertraging hebben opgelopen.
Lees meer over de extra bekostiging voor nieuwkomers op de pagina Bekostiging van deze website.
Ja, in het voorgezet onderwijs komen er extra middelen beschikbaar voor onderwijs aan nieuwkomers. Deze middelen worden in het voorjaar van 2022 in één keer uitgekeerd. Scholen krijgen deze middelen voor nieuwkomers die op 1 april 2020, 1 juli 2020, 1 oktober 2020, 1 januari 2021 of 1 april 2021 korter dan 2 jaar in Nederland waren en die in de Internationale Schakelklas (ISK) of in het reguliere onderwijs zaten. Met dit geld is het mogelijk om nieuwkomers langer te ondersteunen en zo veel mogelijk vertragingen, opgedaan door corona, in te lopen.
Meer over de extra bekostiging voor nieuwkomers is te vinden op de pagina Bekostiging van deze website. Zo weten scholen waar ze aan toe zijn, en kunnen zij na de zomer al aan de slag.
Daarnaast is het verzoek aan ISK’s om actief contact te zoeken met het reguliere (vervolg)onderwijs om daar hun NT2-expertise aan te bieden voor de leerlingen die inmiddels vanuit de ISK zijn doorgestroomd naar het reguliere (vervolg)onderwijs.
Ja. Het budget van samenwerkingsverbanden vo voor lichte en zware ondersteuning wordt tijdelijk opgehoogd. Deze ophoging is bedoeld voor het langere verblijf van leerlingen in het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs, bijvoorbeeld doordat er geen stage gevonden kon worden. Doordat leerlingen langer op het pro of vso verblijven, neemt de totale bekostiging voor ondersteuning vanuit het budget van samenwerkingsverbanden toe, terwijl het budget van samenwerkingsverbanden niet toeneemt. Hierdoor blijft er minder budget over voor bijvoorbeeld ondersteuning aan leerlingen op andere scholen in het vo. Met de tijdelijke ophoging van het budget van samenwerkingsverbanden wordt dit tegengegaan. Daarnaast komen er geen andere middelen uit het NP Onderwijs vrij voor samenwerkingsverbanden.
Dit zijn scholen in het primair en voortgezet onderwijs die veel leerlingen met een risico op een onderwijsachterstand hebben.
Voor basisscholen en middelbare scholen wordt dit bepaald op grond van de CBS-indicator, waarbij scholen met een positieve achterstandsscore wordt aangemerkt als een school met “veel leerlingen met een risico op een onderwijsachterstand”. In het primair onderwijs is deze CBS-indicator al staande praktijk. De afgelopen tijd heeft het CBS gewerkt aan een vergelijkbare indicator voor het voortgezet onderwijs, die wordt ingezet voor dit NP Onderwijs.
Voor het speciaal basisonderwijs en (voorgezet) speciaal onderwijs wordt dit bepaald op basis van het aantal CUMI-leerlingen, waarbij scholen met minimaal 4 CUMI-leerlingen aangemerkt worden als een school met “veel leerlingen met een risico op een onderwijsachterstand”.
In de informatietool kunt u inzien welke middelen uw school ontvangt.
De CBS-indicatoren worden gebruikt om het risico op een onderwijsachterstand van een kind te schatten. De indicatoren maken gebruik van o.a. de volgende kenmerken: het opleidingsniveau van de ouders, herkomst van de ouders, verblijfduur van de moeder en of de ouders in de schuldsanering zitten. Met behulp van deze achtergrondkenmerken van kinderen en hun ouders wordt een onderwijsscore berekend. De onderwijsscores van individuele kinderen worden opgeteld tot een betrouwbare schatting van de verwachte onderwijsachterstanden op een school.
Scholen krijgen dit najaar extra middelen voor de extra ondersteuning en begeleiding van examenkandidaten richting het eindexamen 2021. De extra begeleiding heeft in aanloop naar het eindexamen plaatsgevonden, scholen hebben toen ook de kosten gemaakt.
Daarnaast krijgen scholen middelen om docenten en overig personeel te compenseren voor de extra werklast. Deze werklast gaat gepaard met de extra herkansingsmogelijkheid voor leerlingen en het extra tijdvak op de school. Ook krijgen scholen in de regio Noord middelen om docenten en overig personeel te compenseren voor werkzaamheden die zij in de eerste week van de zomervakantie moeten verrichten.
Voor de compensatie van extra werklast en voor werkzaamheden in de eerste week van de zomervakantie hebben de VO-raad en de bonden afspraken gemaakt in een convenant. Lees meer op de pagina Eindexamens 2021 op deze website.