Veelgestelde vragen over het bestuursakkoord onderzoek
Alle Nederlandse publieke universiteiten, universitaire medische centra (umc’s), hogescholen, NWO- en KNAW-instituten krijgen geld.
Doel van het bestuursakkoord onderzoek is om onderzoekers met een tijdelijk contract in staat te stellen onderzoek af te ronden dat in 2020 door de coronacrisis vertraging heeft opgelopen die leidt tot extra kosten in 2021 en 2022. Het geld is daarom bedoeld voor:
- doorbetaling van salarissen van deze wetenschappers;
- ondersteuning in aanvullende kosten die samenhangen met de afronding van hun onderzoek (bijvoorbeeld verlenging van de huur van een laboratorium).
Dit in het belang van hun wetenschappelijke carrière, de continuïteit van het onderzoek, de veiligstelling van onderzoeksresultaten voor de toekomst, behoud van talent voor de wetenschap en de kwaliteit van het hoger onderwijs in Nederland. De effecten zijn uiteraard ook afhankelijk van de duur en intensiteit van de coronacrisis.
De instellingen mogen geld uit het bestuursakkoord onderzoek besteden om kosten te dekken zoals:
- loon van de onderzoeker;
- materiële zaken die nodig zijn voor afronding van het onderzoek van de onderzoeker;
- faciliteiten die nodig zijn voor afronding van het onderzoek van de onderzoeker;
- voor zover van toepassing de opleiding en begeleiding verbonden aan het promotietraject van de onderzoeker;
- overige kosten die noodzakelijk zijn voor het goed functioneren van de onderzoeker, zoals verzekeringskosten en deelname aan wetenschappelijke bijeenkomsten. Afschrijvingskosten zijn hiervan uitgesloten.
De instellingen moeten zich verantwoorden over:
- de besteding van de middelen uit het NP Onderwijs, en
- hun eigen inzet.
Daarvoor nemen zij in hun bestuursverslag van 2021, 2022, en voor zover van toepassing 2023 en 2024, op:
- hoeveel onderzoekers gebruik hebben gemaakt van de middelen uit het NP Onderwijs voor onderzoek;
- de daarbij behorende totale kosten, gebaseerd op integrale kosten;
- bij benadering hoeveel onderzoekers zij met eigen middelen en financiële en niet-financiële maatregelen hebben geholpen om hun onderzoek af te ronden.
Instellingen moesten zich over het jaar 2020 al wel verantwoorden voor de eigen inzet, maar konden dat nog niet over de inzet van middelen uit het NP Onderwijs, die pas in 2021 werden uitgekeerd. Zie voor de verantwoording over 2020 de implementatiemonitor.
OCW monitort de besteding van de middelen voor onderzoek binnen het NP Onderwijs via de implementatiemonitor. Onderzoeksbureau Berenschot voert deze monitor elk halfjaar uit op basis van een representatieve deelwaarneming van een ruim aantal instellingen in de sector. Deze rapportage is op (sub)sectorniveau en niet rechtstreeks herleidbaar naar individuele instellingen.
OCW informeert de Tweede Kamer halfjaarlijks over de voortgang van het NP Onderwijs. Er is ook een eindevaluatie van het NP Onderwijs voorzien, gericht op de inhoud en het proces, inclusief monitoring, verantwoording en uitvoering.
Universiteiten, umc’s, NWO- en KNAW-instituten moeten de medezeggenschap betrekken bij de inzet van de middelen.
Universiteiten
Universiteiten laten in de hoofdlijnen van de jaarlijkse begroting en bijstellingen daarvan zien:
- welke financiële middelen die zij uit het NP Onderwijs krijgen voor onderzoekers;
- hoe zij van plan zijn die middelen in 2021 en 2022 te besteden om onderzoekers in staat te stellen hun onderzoek af te ronden.
Omdat ze de middelen binnen relatief kort tijdsbestek moeten besteden, mogen ze ook eerder dan bij de vaststelling van hoofdlijnen van de begroting instemming vragen aan de centrale medezeggenschap. Ook als ze een substantiële wijziging van de bestedingen voorzien, moeten ze afstemming zoeken met de centrale medezeggenschap.
NWO, KNAW en umc’s
NWO- en KNAW-instituten en umc’s maken in een beleidsdocument inzichtelijk hoe zij de middelen besteden om onderzoekers in staat te stellen hun onderzoek af te ronden.
Bij NWO en KNAW moet de ondernemingsraad hierop voorafgaand instemming hebben gegeven.
Bij een umc moet de relevante medezeggenschap (gericht op onderzoek en onderwijs) voorafgaand instemming hebben gegeven.
NWO, KNAW en de umc’s moeten, als ze een substantiële wijziging van de bestedingen voorzien, afstemming zoeken met respectievelijk de ondernemingsraad of de relevante medezeggenschap.
De looptijd van het NP Onderwijs voor het bestuursakkoord onderzoek beslaat de jaren 2021 en 2022. Financiële middelen die niet volledig zijn besteed in de kalenderjaren 2021 en 2022, zullen alsnog in de kalenderjaren 2023 en 2024 ten goede moeten komen aan het bestedingsdoel, namelijk wetenschappers op een tijdelijk contract in staat stellen hun onderzoek af te ronden.
Een gedetailleerde uitsplitsing naar instellingen vindt u in het bestuursakkoord onderzoek. De formule voor de verdeling van de financiële middelen over de universiteiten, umc’s, hogescholen, NWO en KNAW is:
de totale financiële schade van vertraging (= € 620 miljoen) maal het percentuele aandeel van de instelling in de totale financiële schade van de vertraging maal € 162 miljoen.
Op basis van deze formule is de verdeling van de bijdrage in de kosten van onderzoekers:
Instellingen | 2021 | 2022 | Totaal | Aandeel |
---|---|---|---|---|
universiteiten | € 39.614 | € 39.614 | € 79.228 | 48,9% |
umc’s | € 34.595 | € 34.595 | € 69.190 | 42,7% |
hogescholen | € 3.049 | € 3.049 | € 6.098 | 3,8% |
NWO | € 2.378 | € 2.378 | € 4.756 | 2,9% |
KNAW | € 1.364 | € 1.364 | € 2.728 | 1,7% |
€ 81.000 | € 81.000 | € 162.000 | 100% |