Veelgestelde vragen over het schoolprogramma
Voor veel leerlingen is de situatie nu ernstig. De overheid gaat er dan ook van uit dat scholen gemotiveerd zijn om de vertragingen van hun leerlingen goed in beeld te krijgen, daarbij passende maatregelen te kiezen en die in een schoolprogramma te verwerken. Mocht echter onverhoopt uit de jaarlijkse monitoring blijken dat er grote verschillen zijn in de gedegenheid waarmee scholen de vertragingen proberen in te lopen, dan kan volgend jaar de verdeling van de middelen opnieuw ter discussie komen te staan.
Scholen kunnen bij het kiezen van de maatregelen aansluiten bij hun reguliere beleidscyclus. Schoolteams moeten goed betrokken worden bij het formuleren van de programma’s en instemming van de medezeggenschapsraad is vereist.
Het is de bedoeling om aan leerlingen die extra onderwijs en begeleiding nodig hebben ook een aanbod te doen in de zomervakantie. U kunt er bijvoorbeeld voor kiezen om in de zomervakantie de eerste en de laatste week van de vakantie een aanbod te organiseren. Dit hoeft niet alleen gericht te zijn op cognitieve vertraging, het kan ook aanbod gericht zijn op welbevinden van leerlingen. Daarnaast is het mogelijk om hiervoor ander personeel dan het eigen docententeam in te zetten. Het volgen van lessen is facultatief voor leerlingen. Scholen worden wel geacht om deelname te stimuleren. Scholen kunnen hierbij samenwerken en gezamenlijk een aanbod doen. De gemeente kan hierbij ondersteunen. Het Nationaal Programma Onderwijs biedt financiële ruimte hiervoor, zo wordt de subsidie voor Inhaal- en Ondersteuningsprogramma’s herhaald.