Veelgestelde vragen over thuiszitters en verzuim
Het Nationaal Programma Onderwijs geldt voor álle leerlingen, dus ook voor de thuiszitters. De Tweede Kamer heeft verzocht specifiek ruimte vrij te maken binnen dit programma voor thuiszitters, dus u wordt ook van harte aangemoedigd deze middelen voor thuiszitters in te zetten.
Hierbij kunt u denken aan het inzetten van afstandsonderwijs, het helpen de kinderen en jongeren te verbinden met school door deelname van deze groep aan activiteiten van de gemeente of school of samenwerking tussen onderwijs en zorg bevorderen. Dit geldt niet alleen voor de relatief verzuimende leerlingen, maar met hulp van de gemeente ook de kinderen en jongeren die helemaal niet in beeld zijn bij scholen, doordat ze niet staan ingeschreven (de thuiszitters met absoluut verzuim).
Het is belangrijk dat de school bij verzuim snel in actie komt, als het nodig is samen met zorgprofessionals in de school of met de jeugdarts. Elke school heeft verzuimbeleid en handelt hiernaar. Zie voor meer informatie over schoolverzuim goed benutten ook de website van Ingrado.
Aanwezigheid van leerlingen op school is belangrijk voor het volgen van onderwijs en kan daarnaast een van de indicatoren zijn voor hoe het gaat met de leerling in kwestie. De registratie van schoolverzuim moet daarom als vindplaats benut worden, om mogelijke problemen of (toekomstig) uitval te signaleren.
Binnen het Nationaal Programma Onderwijs is specifiek aandacht voor thuiszitters en vragen wij scholen dan ook gebruik te maken van de mogelijkheden die het Nationaal Programma Onderwijs biedt voor (potentiële) thuiszitters. De mentoren hebben een signalerende rol; (intern) begeleiders en zorgcoördinatoren kunnen schakelen met de benodigde zorgstructuren indien nodig en spelen daarnaast een proactieve rol. Voor preventie en advies kan contact worden opgenomen met de jeugdarts en/of de leerplichtambtenaar.
Tot slot kan ook altijd contact worden opgenomen met het samenwerkingsverband met het oog op het verzorgen van passend onderwijs.