“Kleine taalklassen, 4 of 5 studenten, en dan intensief aan de slag!”
ROC Gilde Opleidingen is een grote regionale beroepsopleider in Noord- en Midden-Limburg. Binnen de vestigingen is veel aandacht voor goed taalonderwijs, omdat volgens Gilde taal cruciaal is voor een goede toekomst voor hun studenten. De opleider heeft een eigen Zomerschool en Taalschool, waar jaarlijks 100 tot 150 studenten hun Nederlands stevig bijspijkeren. Gilde zet daarom een substantieel deel van de NP Onderwijs-gelden in voor versterking van het taalonderwijs.
De Zomerschool van Gilde Opleidingen staat goed aangeschreven. Vluchtelingenstudenten of studenten voor wie Nederlands niet de moedertaal is volgen hier twee weken vóór aanvang van het nieuwe schooljaar een intensief programma waardoor ze beter het mbo instromen. Felix Petit is directeur bij Gilde Opleidingen, en vertelt waarom taalonderwijs zo belangrijk is op het mbo.
“Met onze Zomerschool willen we een basis leggen voor onze studenten voordat het mbo-schooljaar van start gaat. We leren ze intensief luisteren, lezen, schrijven en spreken – wat belangrijk is als ze in de zomer weinig aandacht aan de Nederlandse taal hebben besteed – en we spitsen dat toe op de beroepscontext van hun mbo-studie. Maar we leren ze ook praktische zaken die ze hard nodig hebben. Zoals ICT- en leervaardigheden, maar ook digitale en financiële vaardigheden. Daarnaast sporten, fietsen en koken we samen, want ook het sociale aspect is essentieel.”
Vanuit de Zomerschool kunnen de studenten doorstromen naar de Gilde Taalschool, waar extra aandacht is voor álle studenten die bij de Nederlandse taal een steuntje in de rug kunnen gebruiken. Dat past in de ambitie van Gilde Opleidingen om dé taalschool van de regio te zijn.
Iedereen binnen 5 minuten aan boord
Felix: “Het afstandsonderwijs van afgelopen jaren is voor veel studenten lastig geweest, maar voor anderstaligen vaak nóg lastiger. Zij hebben veel baat bij individuele begeleiding en aandacht, maar ook continue interactie. Met de NP Onderwijs-middelen hebben we geprobeerd het taalonderwijs intensiever te maken. We hebben de groepen verkleind en extra docenten betrokken. Zo komt er meer ruimte voor één op één begeleiding. Ook ons fysieke onderwijs organiseren we nu dichter bij de student. Doordat we ons aanbod hebben verbreed en vergroot, komen taaldocenten nu meer naar de leerlingen en talrijke Gilde-locaties toe, in plaats van andersom. Van Weert tot Roermond, Venlo en Venray: we kunnen beter inspelen op individuele behoeften en daardoor betere en intensievere kwaliteit leveren.
“Ook hebben we de betreffende studenten van het extra geld een laptop in bruikleen gegeven. Voorheen duurde het veel te lang voordat iedereen op zijn eigen apparaat opgestart was, dan was de les al voor de helft om. Nu is iedereen binnen 5 minuten aan boord. Dat heeft heel positief uitgepakt, en daar gaan we in het post-coronatijdperk mee door!”
Studenten én docenten ‘leren leren’
Voor Gilde is ook ‘leren leren’ belangrijk geweest in de afgelopen jaren. Hoe leert een leerling het beste? Waar ligt zijn affiniteit? Hoe verwerft hij zijn zorgvocabulaire of technische woordenschat? Felix: “We leren onze studenten zoveel mogelijk studievaardigheden. Maar ook bij onze docenten passen we dat ‘leren leren’ toe. Hoe kun je als docent het beste omgaan met anderstaligen in je klas en zorgen dat zij de aandacht krijgen die ze nodig hebben? We laten nu NT2-docenten gerichter hun kennis overdragen aan vakdocenten of docenten Nederlands. Vakdocenten kunnen ook bij de Taalschool om hulp vragen of hier extra leerlingen plaatsen. Voor dat vraaggerichte onderwijs is nu ruimte met het extra budget. En ook de studenten zelf kunnen aangeven: op dit onderdeel wil ik graag wat extra taallessen krijgen. Dat is alleen maar winst!
“Aandacht is sowieso belangrijk in deze tijd, dat horen we ook van de Internationale Schakelklassen waar een deel van onze studenten vandaan komt. Daarom zijn die kleine taalklassen met 4 tot 5 studenten van het NP Onderwijs-geld zo goed. Zo kunnen we meer gespreid en op locatie intensief aan de slag. We kijken ook bij andere ROC’s wat wel en niet werkt, of ze komen bij ons langs. Sommige zijn hier geweest om kennis te nemen van onze opzet, aanpak en resultaten. Andere hebben informatiepakketten opgevraagd.”
Op teamniveau beslissen
Gilde Opleidingen evalueert regelmatig met de eigen studentenraad of ze nog steeds de goede dingen doen. Ook ligt er een belangrijke rol bij de afzonderlijke teams die zelf ruimte hebben gekregen om te beslissen hoe zij NP Onderwijs-geld willen inzetten. Bij de ene opleiding vielen meer stages uit dan bij de andere, bij de ene studierichting was meer aandacht nodig voor welzijn en welbevinden dan bij de andere. Felix: ”We kijken voortdurend: wat werkt wel en wat werkt niet? Waar gaan we mee stoppen, wat kan beter en waar gaan we mee door? En past het nog binnen de doelstellingen van het NP Onderwijs? De teams zijn hoe dan ook trots dat ze, ondanks corona, studenten binnen hebben kunnen houden en stappen hebben laten zetten.”
Belang van taal bij in- en doorstroom
Als mbo-opleiding heeft Gilde nauw contact met havo-, vmbo-, vso- en isk-scholen in de regio. Felix: “Zij leveren onze studenten. Dus we vragen aan hen waar in het onderwijs minder aandacht voor was als gevolg van corona. Hetzelfde doen we bij de doorstroom naar het hbo: daar vragen we waar de fricties zijn, zodat we daar bij onze jaarlijkse programmering beter op kunnen inspelen. En wat je dan hoort, is waar we het al over hadden: leer studenten leren en geef nog meer aandacht aan taal! Want bij het inhalen van de corona-achterstanden is er vooral naar de beroepsinhoud gekeken. En die aandacht voor het taalonderwijs is juist zo belangrijk, omdat de meeste hbo-vakken talig zijn, zelfs vakken als wiskunde. Vaak hebben studenten meer moeite om een vraag te begrijpen dan om hem te beantwoorden als ze hem eenmaal begrepen hebben.
“Vmbo’s en havo’s spreken nu trouwens hun zorgen uit over leerlingen in de hoogste jaren. Die hebben veel nadelige effecten van corona ondervonden. Hoe halen die hun diploma en hoe stromen die in het mbo in? Wellicht wordt dat een ander type student. Die signalen nemen we serieus en we kijken of we daar iets mee kunnen in de programmering van onze Zomer- en Taalschool.”