Broodnodige verlenging voor klimaatonderzoeker Dominique
Promovenda Dominique Jenny kwam eind 2019 naar Nederland, vol enthousiasme om een zinvolle bijdrage te leveren aan klimaatonderzoek bij de faculteit Geowetenschappen van de Universiteit Utrecht. Maar toen sloeg de coronapandemie toe, en werd haar onderzoek ernstig vertraagd.
Dominique had het geluk om een verlenging te krijgen, maar heeft nog steeds moeite om de verloren tijd in te halen. Haar verhaal bewijst waarom investeren in tijd en ruimte voor impactvol onderzoek de moeite waard is: “De voorspellingen en klimaatmodellen die nu worden gemaakt zijn gebaseerd op gegevens uit onderzoek van mensen zoals ik.”
De Zwitserse Dominique studeerde aardwetenschappen aan ETH Zürich. Daar leerde ze over palaeoklimatologie, de wetenschappelijke reconstructie van het klimaat en de weerpatronen uit het verre verleden. “Ik ben altijd gefascineerd geweest door paleoklimatologie: je werkt met de kleinste organismen, zoals gefossiliseerde algen. Dit onderzoek stelt je in staat om het klimaat te reconstrueren tot aan de tijd van de dinosauriërs.”
Het Oligoceen in kaart brengen
Dominique’s onderzoek richt zich op het klimaat van het Oligoceen. Deze periode liep van ongeveer 34 miljoen jaar tot circa 23 miljoen jaar geleden. “In het Oligoceen werd het klimaat koud genoeg om voor het eerst ijs op Antarctica te laten verschijnen. De data laten echter zien dat het warmer was dan nu, en de CO2-niveaus waren hoger. De cijfers van het Oligoceen lijken erg op de voorspelde scenario’s die we hebben voor het einde van de 21e eeuw. Ik probeer erachter te komen wat er in die periode precies is gebeurd.”
Wat zou Dominique’s onderzoek ons kunnen vertellen over onze toekomst? "We weten dat de klimaten in het verleden soms te warm waren voor ijsvorming op de continenten. Al dat water zat in de oceaan, dus de zeespiegel was veel hoger dan nu. Het Oligoceen is interessant, omdat deze periode een tussenstadium lijkt te zijn: er was geen ijs op Groenland, maar wel op Antarctica. De vragen die ik probeer te beantwoorden zijn: hoe warm was het Oligoceen, hoe hoog waren de CO2-niveaus en hoeveel ijs was er precies? Die informatie kan een perspectief bieden op onze toekomst. Hoe zouden klimaat en ijskappen eruit kunnen zien in zo'n gematigd warm klimaat, waar we nu ook naartoe gaan?”
Geen toegang tot het lab
Dominique en andere paleoklimatologen baseren hun bevindingen op de overblijfselen van gefossiliseerde algen. De overblijfselen van kleine, oeroude organismen die bewaard zijn gebleven in het sediment op de oceaanbodem en worden verzameld met een boorschip. “De soorten die we aantreffen in het sediment en hun specifieke chemische samenstelling geven ons een idee van de temperatuur en het klimaat op dat moment.”
Het bestuderen van mariene afzettingen vereist veel laboratoriumwerk. En juist daardoor stak corona een stokje voor Dominique’s onderzoek, voordat ze zelfs maar kon beginnen: “Net toen ik in het lab aan de slag zou gaan sloeg covid toe en ging het laboratorium maandenlang dicht.” Dominique was op haar eerste conferentie toen alles in maart 2020 werd stilgelegd. “Ik was daar met een mooie onderzoeksposter. Ik was zo blij. En toen, halverwege een lezing, kwam er iemand binnen en zei: sorry jongens, maar we moeten de boel stopzetten. De spreker kon de lezing niet eens afmaken. Uiteindelijk hebben veel van ons covid opgelopen op die conferentie.”
Verloren tijd inhalen
Rond augustus 2020 kreeg Dominique eindelijk toegang tot het laboratorium: “De labs openden met een beperkte capaciteit, wat meer dan een jaar duurde. Je kon het lab gebruiken in specifieke tijdvakken, en niet zo lang als je normaal zou doen. En er mocht maar één persoon tegelijk op een werkplek. Door de beperkingen loop ik bijna een heel jaar achter. Gelukkig kreeg ik een verlenging van vier maanden – daar ben ik ik erg blij mee, hoewel het de verloren tijd nog steeds niet helemaal compenseert. Dus nu is het zaak om zoveel mogelijk gedaan te krijgen in de tijd die ik nog heb.”
Dominique deelt deze ervaring met haar medepromovendi die rond dezelfde tijd begonnen op de Utrechtse faculteit Geowetenschappen. Ook zij kregen een verlenging. “We kregen e-mails over de mogelijkheid om een aanvraag in te dienen. Afhankelijk van je onderzoeksdeadline kon je een verlenging aanvragen van ergens tussen de één en zes maanden. Op onze afdeling kreeg iedereen die een verlenging aanvroeg er een, gemiddeld voor vier of vijf maanden.”
Oerklimaat als routekaart voor de toekomst
Door haar onderzoek naar paleoklimaat kan Dominique haar fascinatie voor de geschiedenis van de aarde combineren met kijken naar de toekomst: “De voorspellingen en klimaatmodellen die nu worden gemaakt, zijn gebaseerd op gegevens uit onderzoek van mensen zoals ik. Je ziet deze data terug in de IPCC klimaatrapporten, die ons vertellen hoe het klimaat tot het einde van deze eeuw zal veranderen. De huidige modellen voorspellen een opwarming binnen een bepaald bereik – deels gebaseerd op gegevens uit de geologische geschiedenis die laten zien hoe CO2-niveaus corresponderen met de klimaatopwarming in een bepaald tijdperk.”
Het huidige scala aan voorspellingen is echter nog steeds vrij breed, variërend van positieve tot minder hoopvolle scenario’s. Meer gegevens zijn nodig om de modellen preciezer te maken, legt Dominique uit. “Op dit moment weten we ongeveer wat er gaat gebeuren, en nu gaat het om de vraag: hoe nauwkeurig kunnen we voorspellen hoe onze toekomst eruit gaat zien? We proberen nu de reikwijdte van de data verder te beperken. Eén graad kan al een behoorlijk verschil maken in termen van klimaat, dus hoe gedetailleerder onze kennis is, hoe beter.”
Hoe hoopvol te blijven
Hoe beïnvloeden de ‘doemscenario’s’ uit de klimaatmodellen Dominique persoonlijk? “Zo nu en dan word je geraakt door de realiteit van klimaatverandering. Maar uiteindelijk denk ik niet dat het ons werk of anderen helpt als we het met een negatieve houding aanpakken. Klimaatonderzoek zal hopelijk helpen om de slechtst denkbare scenario’s te voorkomen. Ook stelt het ons mogelijk in staat om mensen voor te bereiden op gevolgen van klimaatverandering, zoals extreme weersomstandigheden of de zeespiegelstijging. Ik hoop een verschil te maken met mijn poging het bereik van mogelijke uitkomsten te beperken, wat zal helpen om nog duidelijker te maken wat we kunnen verwachten.”
Door de coronapandemie heeft veel wetenschappelijk onderzoek vertraging opgelopen. Bijvoorbeeld door beperkte toegang tot laboratoria, collecties en faciliteiten of doordat onderzoekers geen veldwerk konden doen. Met het Nationaal Programma Onderwijs hebben OCW en kennisinstellingen geld geïnvesteerd in onderzoekers die vertraging hebben opgelopen, om hen in staat te stellen hun onderzoek af te ronden.