Bovenbouw helpt onderbouw op Calandlyceum
Het Amsterdamse Calandlyceum leidt met geld uit het Nationaal Programma Onderwijs onder meer bovenbouwleerlingen op om bijles te geven aan onderbouwleerlingen.
Het Calandlyceum midden in Amsterdam Nieuw-West is een openbare scholengemeenschap met zo’n 1650 leerlingen. Sinds begin 2020 is het lyceum officieel een daltonschool. De niveaus lopen van vmbo-t tot en met vwo (en gymnasium of technasium). Voor topsporttalenten is er een aparte leerlijn.
Het project ‘Helping Hands’ is een initiatief van het bureau Bijlescontact in Purmerend. Het Calandlyceum werkt voor zijn topsportafdeling al langer samen met dit kleine bureau.
Extra handen op school
Beide partijen waren erg tevreden met de samenwerking en zijn vorig jaar, toen het ging om corona-achterstanden, opnieuw om tafel gaan zitten met de vraag in hoeverre Bijlescontact extra ondersteuning kon bieden aan de leerlingen. Directeur Wendelien Hoedemaker vertelt over de ervaringen met het bureau.
“Soms kom je handen tekort. De studenten van Bijlescontact sprongen dan bij. Afgelopen jaar hebben we dat geëvalueerd. Wat gaat goed, wat kan beter? Wat werkt wel met onze leerlingen en wat niet? In het kader van corona hebben we daar voortgang aan gegeven.”
Bovenbouwleerlingen helpen onderbouwleerlingen
“Een supermooi voorbeeld van wat we nu met de NP Onderwijsgelden doen is ‘Helping hands’. De school financiert vanuit de NPO-gelden de bijlespakketten van de onderbouwleerlingen en betaalt aan Bijlescontact voor bemiddeling en betaling aan de bovenbouwleerlingen.”
Hoedemaker vertelt: “Onze bovenbouwleerlingen worden opgeleid om bijles te geven aan onze onderbouwleerlingen. Vanuit het bureau krijgen de leerlingen les in ‘hoe geef je nou eigenlijk bijles?’ Leerlingen uit de onderbouw kunnen een mail sturen naar het bureau om zich aan te melden voor bijvoorbeeld een bijles wiskunde. Zij worden dan gekoppeld aan onze eigen bovenbouwleerlingen.”
Er worden afspraken gepland, en daarna volgt ook terugkoppeling aan de ouders van de onderbouwleerlingen. Bijlescontact verzorgt de hele organisatie en betaalt de bovenbouwleerlingen. “Onze leerlingen kunnen altijd extra geld gebruiken en op deze manier kunnen ze in tussenuren wat bijverdienen door bijles te geven. Tegelijkertijd versterken wij met dit project de sociale cohesie in de school. Dat is een mooie bijvangst.”
Een goed begin
Het project staat nog wel in de steigers. “We merken dat onze bovenbouwleerlingen het nog spannend vinden om dit te gaan doen. Op dit moment zijn we het programma op school aan het promoten. Bovenbouwleerlingen hebben het in de aanloop naar hun eigen toetsweek erg druk en willen zelf ook ondersteuning. Aan de ene kant is dit een geniaal plan, aan de andere kant hebben deze bovenbouwleerlingen ook zelf leervertraging en twijfelen ze of zij voldoende bagage hebben om dit te gaan doen. Dus daar is nog wel wat werk voor nodig.”
Uitdagingen NP Onderwijs
Uit de schoolscan is gebleken dat veel aandacht nodig is voor het sociale aspect op school. Leerlingen hebben vooral elkaar erg gemist en vertonen op dit moment meer oppositioneel gedrag.
Hoedemaker: “Ze zijn minder handig in het omgaan met conflicten. Je kan echt merken dat ze anderhalf jaar uit hun sociale context geweest zijn. Dat merken we met name aan het aantal incidenten waarbij er een mentor of teamleider aan te pas moet komen. Wij horen deze geluiden ook op andere Amsterdamse scholen.”
Calandweek
Om dit aan te pakken heeft het Calandlyceum dit jaar opnieuw twee roosterdoorbrekende weken georganiseerd met veel aandacht voor cultuur en het sociale proces in alle klassen op alle niveaus. In de bovenbouw werd in dit programma iets meer gericht op kennis. Daarnaast zoekt de school interventies die ondersteuning bieden op de sociale vorming.
Er zijn ook vakken waar leerlingen veel meer ondersteuning bij nodig hebben dan bij andere vakken. Hoedemaker: “Bij ons op school, midden in Amsterdam Nieuw-West, gaat het met name om woordenschat en begrijpend lezen. Op dit moment is het onderwijs gericht op het versterken van de taalvaardigheid en werken we in de ochtenden ter ondersteuning één-op-één of in groepjes. Onze eigen medewerkers maken overuren om dit te realiseren. Liever zouden we extra mensen aantrekken, maar vacatures blijken lastig te vervullen. Dat is echt een moeilijkheid.”
NP Onderwijs-coördinator
Om het proces rond de schoolscan en keuze voor interventies aan te jagen, heeft Hoedemaker een projectleider voor het NP Onderwijs aangesteld. Deze projectleider werkt ook op twee andere scholen. Hoedemaker licht toe: “Middelen of ideeën die je voor de ene school uitwerkt, kun je ook weer voor de andere school gebruiken. Op die manier benutten we elkaars expertise. Dat scheelt werk en is erg fijn.” Op dit moment voert de school een tussenmeting uit en bekijkt of bijstelling van de NP Onderwijs-aanpak nodig is.
Dit praktijkvoorbeeld sluit aan op de interventie ‘Leren van en met medeleerlingen’. Wilt u als school of schoolbestuur met geld uit het NP Onderwijs expertise of onderwijsprogramma’s van particuliere partijen inzetten? In onze beknopte handreiking inhuur externen leest u waar u op moet letten en vindt u een praktisch stappenplan.
Dit is het vijfde stuk uit een serie praktijkverhalen over het Nationaal Programma Onderwijs. Lees ook het eerste, tweede, derde en vierde stuk.