“Mijn droom is dat je op De Heemgaard komt en weet: dáár leer ik zelfregulerend leren.”
De Heemgaard in Apeldoorn verzorgt onderwijs voor mavo-, havo-, atheneum- en internationale schakelklasleerlingen. De school is sinds corona succesvol aan de slag met zelfregulerend leren. Een interventie die mede dankzij de menukaart van het NP Onderwijs nu volop wordt ingezet door zowel leerling als leerkracht.
Wat heeft het stimuleren van zelfregulerend leren de leerlingen, docenten, projectleiders en klankbordgroep gebracht?
Nelleke Kuipers, teamleider en muziekdocent, ziet duidelijke veranderingen. Van leerlingen die in de aula met overhoorkaartjes leren, tot docenten die hun vakinhoudelijke les verrijken met procesvragen als ‘Hoe heb je dat geleerd?’ Het projectteam heeft samen met de klankbordgroep en met hulp van leerlingen een poster ‘zelfregulerend leren’ ontwikkeld. Twee boeken zijn daarbij een inspiratiebron geweest: ‘Leerstrategieën’ van Pieternel Dijkstra et al. (2018) en ‘Leren in vijf dimensies’ van Marzano en Miedema (2018).
Zoektocht naar draagkracht
Nelleke en haar collega’s speelden al langer met het idee om aan de slag te gaan met zelfregulerend leren. “Alleen kregen we nog geen draagkracht,” vertelt Nelleke. “Meerdere collega’s hadden zich in het onderwerp verdiept, maar kregen het niet van de grond. Tot corona om de hoek kwam kijken en ook de menukaart van het NP Onderwijs. Toen we zelfregulerend leren als tweede op de menukaart zagen staan, zeiden we: kijk, dit riepen wij al!”
Op datzelfde moment werd Nelleke teamleider en volgde zij een Master Educational Leadership. Een wetenschappelijke basis met veel ruimte voor onderzoek. Het ‘evidence-based’ werken vanuit de menukaart gaf voor veel collega’s de doorslag. “Ze zagen nut en noodzaak van zelfregulerend leren en motiveren. Met het NP Onderwijs krijgen we geld om mensen te zoeken, projectleiders te vinden, een kernteam te vormen en een klankbordgroep plus ook nog externe expert die ons kon adviseren. Ja, dat was wel een heel mooie start.”
Van rode naar ‘knalgroene’ cijfers
Op verschillende lagen in de school zijn mensen aan de slag met zelfregulerend leren. “Als ik nu door de aula loop, zie ik leerlingen met kaartjes en zijn ze elkaar aan het overhoren. En ik hoor collega’s met regelmaat aan de leerling vragen: hoe heb je dat gedaan? Bovendien leg ik verantwoordelijkheid bij de docent. Bijvoorbeeld om goede filmpjes te zoeken en na te denken over de inzet van mindmaps. Mijn vraag aan hen is dan: hoe kunnen die leerlingen, als ze een mindmap invullen, dat blijven onderhouden? Dat soort ontwikkelingen zie ik. En leerlingen die van rode cijfers naar echt knalgroene cijfers gaan en je een boks geven als je ze tegenkomt op de gang. Dat is echt werkplezier verhogend.”
De roep om competenter te worden
De resultaten die Nelleke op dit moment ziet door het stimuleren van zelfregulerend leren, zijn volgens haar boven verwachting. “Maar we zijn er nog niet... De roep om competenter te worden bij de docenten is er écht. Iedereen denkt graag mee over de vraag: hoe krijgt ik zelfregulerend leren de klas in? Op dit moment zijn we op zoek naar scholing op het gebied van zelfregulerend leren, zodat we per sectie iemand expert kunnen maken en je als collega’s van elkaar kunt leren.”
Cultuuromslag
Het projectteam maakt per vaksectie een hand-out bij de poster. Omdat de aanpak om te leren per vak kan verschillen. Bijvoorbeeld voor talen, voor kunstvakken, maatschappijvakken. Nelleke: “Dit begeleidt Petra Bunnink, een van de auteurs van het boek ‘Zelfregulerend leren’. De poster heeft echt gezorgd voor een cultuuromslag: hoe leer je leerlingen met elkaar leren?”
Voor leerlingen bij wie de school merkt dat het leren moeizaam gaat, is er het ‘doublantenprogramma’. ‘Daarin zitten leerlingen die zijn blijven zitten. We twijfelden aan hun examenperspectief, mede door alle vertraging die ze hadden opgelopen in het onderwijs. In dit programma gaan zij aan de slag met zelfregulerend leren onder leiding van twee docenten. Beide docenten ben ik gaan coachen door middel van ‘train de trainer’. Dat gaf in het begin wat weerstand, maar na drie weken kregen ze grip op het proces en werden ze competent. Ik heb ze de strategie van zelfregulerend leren geleerd die je kan toepassen op alle vakken.”
Nelleke vervolgt: “Ik ben iemand die heel mind-growth (Dweck, 2007) denkt. Ik denk dat leerlingen echt heel veel kunnen. Maar als blijkt dat het met al deze inzet nog niet lukt, moeten we toch weer met ouders om tafel. Daarom heb ik ook contact met de ondersteuningscoördinator om te kijken: welke kind-kenmerken zijn er dan waardoor deze leerling niet tot leren komt?”
Motivatie meetbaar maken
Om effecten meetbaar te maken, werkt de school met een projectkaart die aansluit op de visie van de school. In de projectkaart staan de aanleiding, het doel en kaders van het project. Het projectteam neemt iedereen in de organisatie hierin mee om te blijven monitoren. “En we hebben met regelmaat klankbordgroepen bij elkaar. Dan gaan de projectleiders met het kernteam van het project samen schrijven in die projectkaart. Ook interviews met collega’s en opbrengsten daarvan worden daar besproken.”
Ook kijkt het team naar cijfers. “Dat doen we wel op kleiner niveau, het gaat om 17 leerlingen. We kijken hoe het komt dat leerlingen wel of niet een hoog cijfer hebben gehaald en wat ze nog extra kunnen doen. Dat is heel interessant om vast te leggen.” Ten slotte maken ze ook motivatie meetbaar. “Er zijn gelukkig wetenschappelijk onderbouwde vragenlijsten die je kan aanpassen en daarvoor kan inzetten.”
Wat ná het NP Onderwijs?
Op de Heemgaard zijn ze bezig met duurzaamheid. Nelleke licht toe: “We hebben op dit moment het geld uitgesmeerd over drie jaar en bouwen af. Specifiek voor zelfregulerend leren kunnen we zorgen dat iedereen geschoold wordt. En dat docenten door de sectie gevoed worden in hun aanpak. Zelfregulerend leren moet wat mij betreft echt in de vakles komen. Mijn droom is dat je op De Heemgaard komt en weet: dáár leer ik zelfregulerend leren. Dat het onderdeel is van het curriculum.”
Tips voor andere scholen
“Mijn advies aan iedereen is: zorg voor gespreid leiderschap. Bijvoorbeeld door het aanstellen van twee projectleiders. Ons team bestaat op dit moment uit een MT-lid, dat ben ikzelf, twee projectleiders en drie mensen uit een kernteam. En daarnaast de klankbordgroep. Daarmee zorgen wij voor gespreid leiderschap. En houd vol! Tegengeluiden krijg je altijd. Zorg er daarnaast voor dat het evidence-based is. Roep niet vanuit je eigen overtuigingen maar ga op onderzoek uit. Reflecteer. Waarom doe ik de dingen zoals ik ze doe? Omdat ik ervaring heb met mijn eigen kind, of omdat ik het heb gelezen en onderzocht? Doe geen aannames. Dat is iets waar we elkaar in het MT ook op toetsen. Je eigen onderbuikgevoel is prima, maar toets het ook. Dat is wat ik in mijn opleiding heb geleerd.”