P. Oosterleeschool in Den Haag: "Meer tijd voor leerlingen betekent meer blije kinderen"

Vijf jaar geleden begon de coronapandemie die veel veranderde in het schoollandschap. Mede dankzij de gelden van het Nationaal Programma Onderwijs (NP Onderwijs) werkten scholen aan leervertragingen én het mentaal welbevinden van leerlingen. Volgens Mariska Wubben, directeur op de P. Oosterleeschool in Den Haag, zijn ze goed op weg zo aan het einde van het programma. ‘We weten waar we aan moeten blijven werken. Maar er zijn ook zorgen over de bekostiging na NP Onderwijs.’

P. Oosterleeschool

Leerlingen hebben volgens Wubben een harde klap gekregen door de drie keren dat de scholen tijdens de coronapandemie moesten sluiten. Met name het begrijpend lezen ging flink achteruit. ‘Zeker in een wijk als Moerwijk in Den Haag, waar er veel multiproblematiek is en kinderen vaak te maken hebben met ouders die hen thuis niet konden ondersteunen, hebben we gemerkt dat we hard moesten werken aan begrijpend lezen’, vertelt Wubben. ‘Daarnaast zagen we dat kinderen moeite hadden om de draad weer op te pakken op school.’ Op basisschool P. Oosterleeschool hebben ze de NP Onderwijs-gelden daarom vooral besteed aan meer tijd voor de kinderen.

Meer leerkrachten

Meer tijd voor de leerlingen betekent voor de school meer leerkrachten, kleinere klassen en ondersteuningsgroepen. Het vinden van personeel bleek, en is nog steeds, niet makkelijk. Volgens Wubben blijft het een uitdaging om op een school te werken waar veel kinderen in een complexe leefsituatie zitten. ‘We hebben gelukkig nieuw personeel goed opgeleid met als resultaat dat ze hier nog steeds werken en helemaal ingewerkt zijn op de uitdagingen op deze school.’

Zomerschool

Op de P. Oosterleeschool werden de vanuit de NP Onderwijs-gelden gefinancierde initiatieven goed ontvangen door leerlingen, leraren én ouders. De school startte bijvoorbeeld een zomerschool om extra ondersteuning te bieden op het gebied van taal en rekenen, maar ook om dingen te doen die goed zijn voor het welbevinden van leerlingen, zoals knutselen en buiten spelen.

Werken aan begrijpend lezen en welbevinden

Volgens de zesde voortgangsrapportage van het NP Onderwijs, gaan de leerprestaties en het welbevinden van de leerlingen in het basisonderwijs de goede kant op. Dat ziet Wubben ook in de praktijk. ‘Door de inzet zien we dat de leerprestaties qua rekenen en het welbevinden weer op de rit zijn’, zegt ze. ‘Dus we weten waar we aan moeten blijven werken. Begrijpend lezen en het sociale stuk blijven onze aandacht hebben. Het blijft ingewikkeld om deze initiatieven door te blijven zetten, zeker na afloop van het NP Onderwijs.’

Na het Nationaal Programma Onderwijs

De pilot met ondersteuningsgroepen op de P. Oosterleeschool gaat in ieder geval door. Deze pilot zorgt ervoor dat kinderen met speciale behoeften niet naar een andere school hoeven. Inmiddels kunnen ze dat nu structureel blijven doen vanwege financiering vanuit het samenwerkingsverband. ‘Onderwijs in de wijk houden en inclusief onderwijs aanbieden, is denk ik het allermooiste resultaat geweest van deze periode’, aldus Wubben.

(MUZIEK)  Onder het wapen van de Rijksoverheid, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verschijnt de titel: Het laatste jaar van het Nationaal Programma Onderwijs, resultaten en geleerde lessen. Welkom bij deze serie over de inzet van de NPO-gelden. Vandaag bezoeken we de P. Oosterleeschool en praten we met…

In beeld verschijnt een vrouw van in de vijftig. Ze staat in een lange, verlaten gang langs de leslokalen van een basisschool. Daar staan kluisjes met gele deurtjes. Ze heeft lange, blonde haren en draagt zwarte kleding met een blauwe blazer. Eén van haar handen houdt zij in haar broekzak.

DIRECTEUR MARISKA WUBBEN: “Mijn naam is Mariska Wubben. Ik ben directeur van deze school, de Oosterleeschool in Den Haag in Moerwijk. Inmiddels mijn zevende jaar hier.”

Met haar handen in haar zij staat zij op de gang te praten met de interviewster.
 MARISKA: “Een leuke, uitdagende school met bijna 400 kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 12.”

Dan zit Mariska geconcentreerd te werken achter een computer.

MARISKA: “Deze kinderen hebben een harde klap gekregen van de twee periodes dat ze thuis moesten zitten. Vooral een harde klap omdat het thuisonderwijs best wel ging. Alleen, als je je laptop thuis moet delen met vier broertjes en zusjes en de wifi hapert en dan slecht geholpen wordt door ouders omdat die de Nederlandse taal niet machtig zijn en de lesboeken niet kunnen lezen, hebben we gemerkt dat de kinderen vooral bij begrijpend lezen de grootste klap hebben gekregen.”

Beeldtekst: Hoe hebben jullie de NPO-gelden besteed?

MARISKA: “Toen wij beschikking kregen over het geld kwamen we net uit de hele periode van dat kinderen thuis hadden gezeten, deels. Wat wij merkten waar de kinderen en wij heel erg behoefte aan hadden, was om meer tijd per kind vrij te kunnen maken. Normaal gesproken heb je als leerkracht hier in je eentje rond de 22 kinderen. Toen hebben we ervoor gekozen om enerzijds voor extra personeel te gaan om kinderen beter te kunnen ondersteunen met de basisvakken zoals rekenen, taal en lezen. Maar anderzijds om ook veel tijd voor de kinderen vrij te maken op sociaal-emotioneel gebied.”

Mariska staat bij het raam en kijkt naar buiten. Terug in de gang, verderop bij een lokaal achter Mariska lopen leerlingen de klas uit en pakken spullen uit de kluisjes.

MARISKA: “We hebben er ook een initiatief mee ontwikkeld. Dat zijn onze ondersteuningsgroepen op school, waarbij kinderen les krijgen op sbo-niveau maar wel op een reguliere school blijven. Ik denk dat we daar de kinderen het meest gelukkig mee maken maar ook mijn leerkrachten van reguliere groepen. Kinderen waarbij het echt niet meer gaat, plaatsen we in de ondersteuningsgroep. Daardoor krijgen ook de reguliere groepen lucht. De kinderen in de ondersteuningsgroep hoeven niet naar een aparte sbo-school. Ze kunnen hier blijven, waardoor er voor iedereen in de wijk onderwijs blijft. Vooral dat, waardoor je inclusief onderwijs kan blijven geven op een reguliere school is het allermooiste resultaat van deze hele periode geweest.”

Beeldtekst: Hoe zetten jullie deze inzet door?

MARISKA: “Als ik nu kijk van: Waar moet dat heen in de toekomst? En waar zit ook nog onze grootste uitdaging? Dan denk ik dat het stukje van rekenen wel blijft lukken. Als ik kijk naar het sociale welzijn-stuk dan hebben we dat ook wel weer goed op de rit. Dus we weten waar we aan moeten werken. Alleen de bekostiging kan niet zomaar op nul worden gezet. Dat maakt het ingewikkeld.”

Mariska knikt met haar hoofd.

Beeldtekst: Bekijk meer voorbeelden op: nponderwijs.nl.
Het wapen van de Rijksoverheid, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

(MUZIEK)
 

  • Footerlogo Nationaal Programma Onderwijs