Rotterdam en Middelburg sluiten OCW Dichtbij af
De afgelopen maanden stonden voor het ministerie en het onderwijsveld in het teken van OCW Dichtbij: NP Onderwijs onder de loep. Na de aftrap in Zwolle volgden bijeenkomsten in Arnhem, Groningen en Breda, en in Alkmaar, Amersfoort en Sittard, waar teams van scholen met elkaar en met het ministerie in gesprek gingen over het NP Onderwijs. Als laatste was het de beurt aan Rotterdam en Middelburg.
Veel van de positieve geluiden over de aandacht voor het onderwijs die elders te horen waren, klonken ook hier. Maar ook in het zuidwesten leven de zorgen over het welbevinden van leerlingen en teams en over bestendiging van de bereikte resultaten.
In Rotterdam sprong één vaststelling eruit: veel scholen zien dat niet alleen veel leerlingen door de schoolsluitingen en het afstandsonderwijs zijn ‘afgehaakt’, maar dat ook de ouders opvallend vaak bij de scholen uit beeld zijn verdwenen. Enkele aanwezigen merkten op dat sommige ouders voor corona wel eens al te nadrukkelijk aanwezig waren, maar nu helemaal niet meer. “Dat moet echt weer meer worden, want we hebben de ouders hard nodig om de leerlingen weer bij de les te krijgen, en zeker ook om aan hun welbevinden te werken,” aldus een docent in het voortgezet onderwijs. Opvallend genoeg werd in Middelburg na het opheffen van de laatste lockdown en de terugkeer naar school juist meer ouderbetrokkenheid gezien.
Brandjes blussen maakt lesgeven moeilijk
Net als elders in het land stelden de scholen in Rotterdam en Middelburg vast dat veel leerlingen nog altijd kampen met de naweeën van het gebrek aan fysiek en vooral sociaal contact tijdens de schoolsluitingen. In Middelburg merken leraren dat nog vaak aan het gedrag van de kinderen, zo vertelden sommigen: “Hoe je je ‘moet gedragen’, bijvoorbeeld in de rij. Dat is voor veel kinderen opvallend lastig.” Ook leerkrachten in Rotterdam maakten zich zorgen over de verstoorde omgang van leerlingen met elkaar, het team en de schoolregels. “Het blussen van allerlei brandjes maakt het soms moeilijk om goed les te geven,” aldus een leraar.
In Rotterdam benoemde een aantal scholen nog een probleem: het opvallend sterk gestegen ziekteverzuim onder leerlingen. “Ze blijven echt voor het minste of geringste thuis,” zei een docent. En een ander: “Ik ben nog lang niet toe aan het bijspijkeren van hun niveau, want ze zijn gewoon te vaak niet op school. Het ziekteverzuim is echt extreem. Dat is mijn eerste zorg: de kinderen weer in de klas krijgen.” Een derde leerkracht zag daarnaast ook veel gemakzucht onder de leerlingen, die in haar ogen nog te vaak denken dat de school hun problemen wel gaat oplossen: “Ze kijken naar de jaargang die tijdens corona min of meer op halve kracht is overgegaan, maar zij moeten nu weer echt aan de bak. Dat ziet niet iedereen in.”
Keuzes konden weloverwogen worden gemaakt
Enthousiasme was er over de aandacht die het onderwijs krijgt, en over de interventies en middelen van het NP Onderwijs. Een school in Middelburg was blij dat ze daardoor vooral extra kon investeren in de ontwikkeling van de leerlingen. “We vroegen ons eerst af: wat hebben de kinderen nodig dat we ze normaal niet kunnen geven? Zijn dat bijvoorbeeld kindercoaches om de basisvaardigheden te ontwikkelen, of meer kunst en cultuur?”
Dat er een menukaart met interventies ligt en dat er voor een aantal jaren budget is, hielp bij het maken van de keuzes. “Die konden meer weloverwogen worden gemaakt, en ze waren echt gericht op het kind.” De ene school in Zeeland heeft meer onderwijsassistenten aangenomen, bij een andere kwamen er extra pedagogisch medewerkers bij. De effecten daarvan bleken meestal positief: “Kinderen zitten beter in hun vel, en daardoor gaan ook cognitieve vakken beter.”
Leren door te zien wat je níet moet doen
Die positieve gevolgen werden ook in Rotterdam benoemd. “We zijn bij het maken van effectieve en werkzame keuzes echt goed op weg geholpen door de manier waarop OCW de interventies op de menukaart aanbiedt,” aldus een schoolbestuurder. Enkele scholen merkten wel op dat ze in het begin iets te snel interventies hebben ingezet, die dan niet of niet volgens verwachting bleken te werken. Sommige aanwezigen noemden die verkeerde keuzes desondanks geen verloren kans. ”Je leert ook veel door te zien wat je níet had moeten doen. Daardoor hebben we des te scherper wat we in de resterende tijd nodig hebben en kunnen inzetten.”
Over wat er na die resterende tijd komt, leefden in Rotterdam en Middelburg dezelfde zorgen als elders in het land. De tijdelijkheid van het NP Onderwijs zit veel scholen niet lekker. “Wat gebeurt er met de generatie leerlingen die het straks weer zonder moet doen?” vroeg iemand in Middelburg zich af. In beide plaatsen pleitten de scholen dan ook vrijwel unaniem voor structurele financiële steun, voor een voortvarende aanpak van het lerarentekort, het goed borgen van gemaakte keuzes en voor handreikingen van ministerie en overheid voor de toekomst.
OCW Dichtbij
Met OCW Dichtbij: NP Onderwijs onder de loep faciliteerde het ministerie in het hele land gesprekken tussen en met teams van scholen voor (speciaal) basis- en voorgezet onderwijs, waarbij alle disciplines vertegenwoordigd waren. Onderling, gezamenlijk en met OCW keken deze teams in drie gespreksrondes terug op de eerste anderhalf jaar NP Onderwijs, bepaalden ze waar de scholen nu staan en bespraken ze vooral ook wat er in de toekomst nodig is om verder te komen en de behaalde resultaten te borgen.
Medio juni verschijnt het OCW Dichtbij magazine met een uitgebreide terugblik op de bijeenkomsten en de opbrengsten. Houd de NP Onderwijs-nieuwsbrief en de website van het NP Onderwijs in de gaten.